Iedereen radicaliseert in de gevangenis
Na de dramatische
gebeurtenissen in Luik vroegen veel mensen zich af of penitentiaire
verloven en uitgangsvergunningen voor gedetineerden niet afgeschaft
moeten worden of toch tenminste sterk ingeperkt. Gelukkig waarschuwde
hoogleraar Kristel Beyens in deze krant voor het gevaar van
‘steekvlam’-voorstellen. Die creëren in naam van de veiligheid
uiteindelijk meer onveiligheid (DS 30 mei).
Maar de vraag of we naar aanleiding van die feiten mensen langer moeten binnenhouden in de gevangenis, brengt ook een meer fundamentele kwestie aan de orde: wat is de zin van de gevangenis? We gebruiken dat instituut als samenleving om mensen te straffen en vreemd genoeg geloven we ook dat een verblijf in dat instituut mensen ‘beter maakt’.
Dan nam Churchill het woord. Er waren volgens hem twee mogelijke verklaringen voor de hoge recidivecijfers.
Ofwel moesten we ervan uitgaan dat het ging om onverbeterlijke criminelen, die geboren waren voor de misdaad.
Ofwel was het verblijf in de gevangenis zo schadelijk dat mensen daarna niet meer in staat waren om op een normale manier deel te nemen aan de samenleving.
Hoewel beide verklaringen elkaar op zich niet uitsluiten, ondersteunen decennia van onderzoek naar de effecten van de gevangenis op gedetineerden vooral Churchills tweede suggestie. Alles wijst erop dat de gevangenis een schadelijke omgeving is, die mensen tot lang na hun detentie ‘tekent’ en het leven van henzelf en hun omgeving negatief beïnvloedt.
De vele gesprekken die ik heb met gedetineerden, leren mij dat een van de schadelijke gevolgen van het gevangenisverblijf is dat mensen vaak bijzonder gefrustreerd raken en kwaad worden op de samenleving. Precies dat is de kern van de radicaliseringsproblematiek: de morele verontwaardiging over de hypocrisie van een systeem dat claimt ‘rechtvaardig’ te zijn, maar eigenlijk onrecht teweegbrengt. In dit geval bijvoorbeeld zegt het gevangenissysteem: ‘We zullen je vrijlaten als je een beter mens bent geworden’, maar beperkt het vervolgens elke zorg en begeleiding tot een absoluut minimum.
Ik wil mensen vooral aansporen om creatief na te denken. Blijkbaar hebben we als samenleving niet de verbeeldingskracht om een ander alternatief voor de klassieke lijfstraf te bedenken dan mensen veroordelen tot een zinloze tijd tussen vier muren.
http://www.standaard.be/cnt/dmf20180530_03537346
Maar de vraag of we naar aanleiding van die feiten mensen langer moeten binnenhouden in de gevangenis, brengt ook een meer fundamentele kwestie aan de orde: wat is de zin van de gevangenis? We gebruiken dat instituut als samenleving om mensen te straffen en vreemd genoeg geloven we ook dat een verblijf in dat instituut mensen ‘beter maakt’.
Churchill
In 1910 werd in het Britse Lagerhuis, in het bijzijn van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Winston Churchill, gedebatteerd over de gevangenis. De aanwezige volksvertegenwoordigers voerden een hoogstaande discussie en waren veelal kritisch over de heersende praktijk van opsluiting. Zo was het voor alle deelnemers aan het gesprek duidelijk dat veel ex-gevangenen hervielen in de misdaad. Een probleem van alle tijden.Dan nam Churchill het woord. Er waren volgens hem twee mogelijke verklaringen voor de hoge recidivecijfers.
Ofwel moesten we ervan uitgaan dat het ging om onverbeterlijke criminelen, die geboren waren voor de misdaad.
Ofwel was het verblijf in de gevangenis zo schadelijk dat mensen daarna niet meer in staat waren om op een normale manier deel te nemen aan de samenleving.
Hoewel beide verklaringen elkaar op zich niet uitsluiten, ondersteunen decennia van onderzoek naar de effecten van de gevangenis op gedetineerden vooral Churchills tweede suggestie. Alles wijst erop dat de gevangenis een schadelijke omgeving is, die mensen tot lang na hun detentie ‘tekent’ en het leven van henzelf en hun omgeving negatief beïnvloedt.
Het
is niet zo dat de criminologische wetenschap de destructieve effecten
van het gevangenisverblijf ontdekt heeft in de loop van de 20ste eeuw,
en dat we geduldig moeten wachten tot die inzichten doorsijpelen in het
politieke niveau. De politici van begin 20ste eeuw waren blijkbaar al op
de hoogte. Tragisch dus om vast te stellen dat wanneer er een
veiligheidsprobleem is, heel wat politici alleen als honden van Pavlov
kunnen blaffen dat we mensen langer moeten opsluiten (in de schadelijke
omgeving waarvan we weten dat ze uiteindelijk nog meer
veiligheidsproblemen zal creëren).
Hypocrisie
Dat inzicht moet ons met nieuwe ogen doen kijken naar de kwestie van de radicalisering van de dader in Luik. De vraag of die man al dan niet ‘geradicaliseerd’ was en het probleem van gevangenissen als ‘broeihaarden’ van (moslim)radicalisering zijn vooral interessant als onderdelen van een veel bredere problematiek. In zekere zin ‘radicaliseert’ bijna iedereen in de gevangenis.De vele gesprekken die ik heb met gedetineerden, leren mij dat een van de schadelijke gevolgen van het gevangenisverblijf is dat mensen vaak bijzonder gefrustreerd raken en kwaad worden op de samenleving. Precies dat is de kern van de radicaliseringsproblematiek: de morele verontwaardiging over de hypocrisie van een systeem dat claimt ‘rechtvaardig’ te zijn, maar eigenlijk onrecht teweegbrengt. In dit geval bijvoorbeeld zegt het gevangenissysteem: ‘We zullen je vrijlaten als je een beter mens bent geworden’, maar beperkt het vervolgens elke zorg en begeleiding tot een absoluut minimum.
Alternatief voor klassieke lijfstraf
Ik beweer niet dat de gebeurtenissen in Luik de schuld zijn van de gevangenis of van ‘het systeem’. Ik beweer ook niet dat gevangenissen in alle gevallen het foute antwoord zijn op criminaliteit. Ik zeg wel dat we nu eindelijk eens moeten ophouden om bij elk nieuw veiligheidsprobleem te antwoorden dat ‘we hen dan maar langer in de gevangenis moeten houden’. Dat maakt de zaken alleen maar erger.Ik wil mensen vooral aansporen om creatief na te denken. Blijkbaar hebben we als samenleving niet de verbeeldingskracht om een ander alternatief voor de klassieke lijfstraf te bedenken dan mensen veroordelen tot een zinloze tijd tussen vier muren.
http://www.standaard.be/cnt/dmf20180530_03537346
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire