"Guérir parfois, soigner souvent, consoler toujours"
Ambroise Paré
Gezondheid is niet gelijk aan geluk
Luc Bonneux ergert zich aan het stokpaardje van de CM, ‘positieve gezondheid’. Het ziekenfonds mikt daarmee ongegeneerd op de gegoede, gezonde middenklasse.
Wie? Arts en epidemioloog.
Wat? Geneeskunde moet in de eerste plaats ziekten en gebreken voorkomen. Pogingen om gezondheid te definiëren, gaan voorbij aan die essentie.
De Christelijke Mutualiteit wil het begrip ‘positieve gezondheid’ introduceren. Dat begrip vond al ingang in Nederland, lees ik in deze krant (DS 26 mei). Daar heb ik als in Nederland werkende arts nog niet veel van gemerkt. Iedere weldenkende arts hoopt dat het idee begraven wordt. Pogingen om gezondheid te definiëren, bestempelen de hele wereldbevolking als ziek, stranden op de diversiteit van menselijke levenslopen en verwarren gezondheid met welzijn of geluk. Ze gaan voorbij aan de essentie: mensen worden ziek of beperkt. Die ziektes en gebreken zijn ongelijk verdeeld en daarom is het een nobele en noodzakelijke menselijke taak om ze te bestrijden.
Wat is gezondheid? Dat is nog moeilijker om te bepalen wanneer we ‘geestelijke gezondheid’ willen definiëren. We proberen het zelfs niet meer: we produceren steeds meer afwijkingen in steeds dikkere handboeken, de diagnostic and statistical manuals of mental disorders (DSM). Toen de vijfde editie verscheen, ruzieden de deskundigen opnieuw over de vraag of de vele afwijkingen die erin staan afwijkingen dan wel varianten van normaal menselijk gedrag zijn.
De verwarring begon bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Dit is volgens haar de officiële definitie van gezondheid: ‘Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.’ Het eerste deel van die definitie betekent absolute medicalisering: niemand is gezond, iedereen is patiënt. Een definitie van gezondheid die iedereen tot ongezond verklaart, is niet erg geslaagd. Maar het tweede luik – ‘niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken’ – is niet eens absurd, het is verwerpelijk. Bedenk een leven en een wereld zonder ziekte of gebrek. Volgens die definitie is dat niet een verre droom, een utopie, maar ‘slechts’ een onvolmaakte toestand.
Treurig verhaal
Het is nooit genoeg. Je moet gezondheidsadviezen volgen, maar ook een zinvol leven leiden, vrolijk zijn en idealen hebben
Ziekte is ongelijk verdeeld. In België maakt 5 procent van de patiënten meer dan de helft van alle zorgkosten uit. Dat is de oorspronkelijke reden van een ziekteverzekering: bescherming tegen de financiële gevolgen als het noodlot toeslaat. Arbeiders stopten een stukje van hun loon in een gezamenlijke pot. Wie pech had, kreeg geld uit die pot. In België wordt dat risico niet meer gedekt door de ziekteverzekering, maar door de staat: de maximumfactuur. Het gevolg is dat zorgverzekeraars, zoals de CM, zich nog meer dan vroeger gooien op luxefrullen om klanten uit de kerngezonde middenklasse te lokken. Positieve gezondheid is de laatste etappe in dit treurige verhaal.
De Nederlandse huisarts Machteld Huber, die beviel van dit idee, definieerde positieve gezondheid als ‘het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’. Dat klinkt goed in de oren van de gezonde burger, maar het ontkent de werkelijkheid van de levensloop.
Een van de significant others uit mijn jeugd was een dertiger met progressieve MS. Mijn zus leerde haar kennen in het ziekenhuis. Ze was verlamd, bedlegerig en zou nog maar een beperkte tijd leven. Maar ze was levenslustig, keerde terug naar huis en voerde zo goed en zo kwaad als ze kon de regie over haar leven (met veel hulp). Ze accepteerde dat ze verlamd was en weldra zou sterven. Acceptatie en eigen regie: dat is positieve gezondheid volgens Huber. Maar dat mensen erin slagen goed te leren leven, zelfs met een vreselijke ziekte, maakt dat lot daarom niet aanvaardbaar.
De blasé middenklasse
Het doelwit van een ‘positief gezondheidsbeleid’ of allerhande vormen van ‘preventieve geneeskunde’ is steeds de kerngezonde en welvarende middenklasse. Die leeft langer en langer gezond dan ooit en welvarender en veiliger dan ooit. Toch moeten we allerlei boeken, adviezen, middelen en interventies consumeren, en bij de volgende verkiezingen het liefst stemmen op onze politieke weldoeners. Er zijn de klassieke gezondheidsadviezen: rook niet, beweeg genoeg, eet gevarieerd, word niet te dik. Als je daarin slaagt, ben je doorgaans gezond bezig. Maar het is nooit genoeg. Om positief gezond te zijn, moet je ook nog een zinvol leven leiden, vrolijk zijn, idealen hebben en om hulp kunnen vragen met een daartoe bestemde app.
Het score-instrument ‘positieve gezondheid’ is een teken van deze tijd. Het verwart gezondheid met geluk en doet voor dat geluk een gevaarloze greep uit hyperindividuele verlangens. Je kunt daar niet tegen zijn, maar kun je er voor zijn? Moet de staat budget weghalen van onderwijs, armoedebestrijding, pensioenen of ouderenzorg om bij wijze van gezondheidsbeleid de vrolijkheid, zingeving en levenslust van de gegoede middenklasse te bevorderen? In de scorelijst ‘positieve gezondheid’ mankeert de ander, tenzij als consumptieartikel (‘samen leuke dingen doen’). Er staat niets over goede seks in een intieme relatie. Er staat niets over mededogen en woede om hoe het de ander vergaat.
De brandstof van de arts
Mededogen en woede: dat is de brandstof van een gedreven arts, geconfronteerd met het wrede lot dat mensen ondergaan door ziekte en gebrek. Conceptuele prullen als positieve gezondheid of een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn ontkennen het lijden. Ze negeren het wrede lot dat de enen treft en de anderen spaart. Ze negeren ziekte en gebrek. We gaan allen dood. Maar de ene vroeg, de andere laat, de ene vredig, de andere na gruwelijk lijden.
Humane geneeskunde is gedefinieerd als: soms genezen, vaak verlichten, steeds verzorgen. Middelen zijn steeds eindig. Middelen besteden aan de promotie van gezondheid, zonder dat het je directe doel is om ziektes en gebreken te voorkomen, te behandelen of te verzorgen, is daarom immoreel.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire