Superministerraden moeten veel verdoezelen
Regeringsleiders kunnen niet om met kritiek op hun nieuwe grote plannen. Marc Reynebeau herkent daarin een bunkermentaliteit.
Wie? Redacteur van deze krant.
Wat? Zowel de federale als de Vlaamse regering krijgt weinig applaus en daar kunnen beide, nu de verkiezingen eraan komen, erg moeilijk mee omgaan.
Een journalist die zo vermetel was om vorige week vraagtekens te plaatsen bij het ‘historische’ belang dat de Vlaamse minister-president Geert Bourgeois (N-VA) toeschreef aan zijn jongste ‘superministerraad’, werd prompt afgeserveerd als ‘vooringenomen’. Dit weekend deed premier Charles Michel (MR) in De Tijd net hetzelfde met de ‘pseudospecialisten’ die het aandurfden om twijfels te hebben over zijn begroting- en arbeidsmarktbeleid. De bedaagde econoom Bart Van Craeynest mocht van Michel zelfs weten dat hij ‘n’importe quoi zegt’.
Als regeringsleiders de integriteit of de competentie van de kritiek in twijfel trekken, hoeven ze aan een inhoudelijke repliek al niet meer te beginnen. Uitleg moeten ze trouwens vooral in het parlement geven. Daar zal het niet volstaan dat Michel nog eens de oppositie uitkaffert, hij hoort er ook CD&V-kamerlid Hendrik Bogaert de mantel uit te vegen omdat die Van Craeynest bijvalt en dus ‘om het even wat’ zegt, zoals hij N-VA-kamerlid Peter Dedecker over de Arco-deal zal moeten berispen.
Ministers hebben nu eenmaal de gewoonte om van zichzelf te denken dat ze als moedige en doortastende regeerders niet terugschrikken voor onpopulaire, maar om een of andere reden noodzakelijke ingrepen. Het is achteraf bekeken opmerkelijk dat de Vlaamse en de federale regering daar zo lang mee konden wegkomen. Vorig jaar permitteerden Michel en de zijnen het zich nog om hun Zomerakkoord, hoezeer het ook aaneenhing met spuug en paktouw, te gaan vieren met dans, gezang en selfies op Tomorrowland.
‘Di Rupo deed het beter’
Geert Bourgeois wil straks met pensioen met een onbevlekt blazoen, Charles Michel wil beter doen dan Di Rupo: dat zal niet lukken
Waarom de superministerraad van de Vlaamse regering zo ‘historisch’ was, lag in zijn vermeende ‘onomkeerbare omslag’ in het klimaatbeleid. Toch hield de onomkeerbaarheid van het verbod op stookolieketels niet langer dan 24 uur stand. Vanop zijn vakantieadres treurde Energieminister Bart Tommelein (Open VLD) dat de media te gretig naar ‘zware woorden’ grijpen – al kon hij dan vast niet het woord ‘historisch’ bedoelen. Als vroeg hij om erbarmen, jammerde hij dat ‘politici ook hun gevoelens hebben’.
Zo is het ook met Bourgeois en Michel. De eerste had zijn aanstaande vertrek uit de politiek als eerste Vlaams-nationalistische minister-president wel iets glansrijker gewenst dan met dit pakket halfslachtige compromissen en vage, door anderen uit te voeren intenties. De tweede heeft het er lastig mee dat experts als Van Craeynest of eerder Gert Peersman (DS 29 mei) uitrekenden dat die vermaledijde PS’er Elio Di Rupo het als premier in lastigere omstandigheden beter deed dan de regering-Michel – leg dat maar eens uit aan de (Waalse) kiezer.
De gramstorige reacties van de meerderheid verraden een bunkermentaliteit. De coalities denken dat ze hun goede zin nog te bewijzen hebben. Ze zouden immers ‘vanaf dag één’ alles rechttrekken wat tevoren misging. In een Europese vergelijking blijft België niettemin in de staart van het peloton hangen inzake groei, jobcreatie, inflatie of kansen voor laaggeschoolden of ouderen om een baan te vinden. En wat aan de begroting verbeterde, is vrijwel uitsluitend het resultaat van de conjunctuur en de lage rente. In Vlaanderen daalt de leefbaarheid van het milieu, verzwakt het onderwijs en verzinkt het mobiliteitsbeleid in bittere politieke hetzes rond de almaar meer teleurstellende De Lijn.
Weg met de werklozen
Premier Michel zegt nu ‘veel’ te verwachten van de verlaging van de werkloosheidsuitkeringen. Toch is er geen enkele objectieve reden om aan te nemen dat werklozen armer maken, van wie de helft al onder de armoedegrens leeft, adequaat is om hen aan werk te helpen – ze liggen echt niet met zijn allen in de hangmat te profiteren. En omdat werklozen voortaan eerst méér zullen krijgen, moeten langdurig werklozen dus inleveren voor de gelukkigen die wel snel een nieuwe job vinden. De ingreep moet 12.500 werklozen aan een job helpen, wat voor de zowat 470.000 andere werkzoekenden dus niet kan lukken, al moeten ook zij de knip in hun uitkering ondergaan. Dat dit de begroting een half miljard zal opbrengen, is dan nog, allicht volgens ‘pseudospecialisten’, met de helft overschat. Om nog te zwijgen over de weinig besproken gemeenschapsdienst waartoe de regering werklozen voortaan wil verplichten, al heeft het Grondwettelijk Hof een analoge (en amper ingeroepen) regeling voor leefloners net geschorst.
Dat is wat gebeurt met een coalitie die zich opsluit in de bunker van superministerraden of kasteelconclaven. Ze kan zichzelf wijsmaken dat ze goed bezig is, en dan is elke tegenstem vooringenomen of ongeïnformeerd. Als eenmaal haar ongelijk in de realitycheck van de statistieken blijkt, zijn de verkiezingen al voorbij.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire