mardi 3 juillet 2018

dS 20180703 Et oui, les hommes aussi

Ook mannen durven niet altijd nee te zeggen

Liesbeth Kennes en Alexander Witpas vragen meer aandacht voor mannelijke slachtoffers van seksueel geweld.

Wie? Pedagoog en auteur van ‘Alleen ja telt. Hoe kunnen we seksueel geweld stoppen?’ (Polis); seksuoloog en voor­zitter van de Vlaamse Vereniging voor Seksuologie.
Wat? Mannen die seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld meemaken, hebben evenveel behoefte aan steun als vrouwen. Toch ontbreekt die vaak.




Wanneer er over seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag wordt gesproken, gaat het zo goed als altijd over vrouwelijke slachtoffers en mannelijke daders. Mannelijke slachtoffers komen amper aan bod of worden gereduceerd tot uitzonderingen. En grensoverschrijdend gedrag gepleegd door vrouwen blijft volledig buiten beeld.
Deze krant schreef over twee verschillende onderzoeken die peilen naar seksueel grensoverschrijdend gedrag. De ngo Plan International België onderzocht de prevalentie op festivals (DS 21 juni), onderzoekers van de UGent namen de cultuur- en mediasector onder de loep (DS 27 juni).
Het beeld van het vrouwelijke slacht­offer is erg aanwezig in de communicatie over beide onderzoeken en in de bijbehorende acties. Zo merkt Plan International op dat een op de zes meisjes op een festival wordt lastiggevallen (16,5 procent), maar vermeldt het niet dat ook 12 procent van de jongens zegt grensoverschrijdend gedrag mee te maken. De berichtgeving over grensoverschrijdend gedrag in de cultuursector spitst zich er volledig op toe dat een op de twee vrouwen slachtoffer is, terwijl het onderzoek van de UGent aangeeft dat ook een op de vijf van de ondervraagde mannen slachtoffer is.
Onderschatting
Mannen hebben het vaak moeilijker dan vrouwen om zichzelf te (h)erkennen als slachtoffer en om adequaat te reageren
Het aantal mannelijke slachtoffers is in beide gevallen lager dan het aantal vrouwelijke slachtoffers. Maar het zijn er nog altijd veel meer dan de meeste mensen beseffen. Daarenboven zijn die cijfers ongetwijfeld een onderschatting van de realiteit. We weten dat ‘sociale wenselijkheid’ een rol speelt in hoe respondenten antwoorden in onderzoek. Dat jongens en mannen zichzelf minder vaak identificeren als slachtoffer van seksueel geweld wanneer ze een vragenlijst invullen, komt niet alleen doordat ze minder vaak slachtoffer zijn, maar wordt ook beïnvloed door het discours over seksueel geweld en het stereotype van het vrouwelijke slachtoffer.
Omdat mannelijke slachtoffers vrijwel volledig onzichtbaar zijn in de beeldvorming, onderzoek en het beleid, hebben ze het vaak nog moeilijker dan vrouwen om zichzelf te (h)erkennen als slachtoffer en om adequaat te reageren. Ze zoeken minder vaak hulp en krijgen minder steun. En dus zijn ze ook in de politiestatistieken en in de hulpverlening beduidend minder aanwezig.
Niet weerbaarder
Die mechanismen zijn al meer dan twintig jaar bekend. Ze komen in onderzoek ook elke keer opnieuw naar boven. En toch gebeurt er niets mee. Zo lezen we in het onderzoeksrapport van de UGent dat mannen die tot seksueel contact gedwongen of gechanteerd werden daar minder vaak over praten met collega’s of met mensen buiten de cultuursector. Toch bevat het actieplan geen enkele specifieke maatregel om die groep te bereiken. Er is bijvoorbeeld peer support voor vrouwen, maar er zijn op dat gebied geen initiatieven voor mannen.
Nochtans hebben mannen die slacht­offer zijn evenveel nood aan erkenning en steun als vrouwen. Het stereotiepe beeld dat een jongen of man zich wel zal, zelfs moet, verdedigen, is op niets gebaseerd. Mannelijke slachtoffers zijn niet weerbaarder of fysiek agressiever dan vrouwelijke als ze in een machteloze positie staan. Dat lezen we ook in het rapport van Plan International, waar jongens aangeven dat ze – in tegenstelling tot wat het cliché wil – niet vaker reageren met fysiek geweld. Mannelijke slachtoffers hebben, net als vrouwelijke slachtoffers, onze hulp hard nodig. En het wordt tijd dat ze de aandacht en de zichtbaarheid krijgen die ze verdienen.

http://www.standaard.be/cnt/dmf20180702_03595199 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire