lundi 7 mai 2018

dS 20180507 Mai 68, "un pétard mouillé" ou "la fête des grandes gueules"

Een politieman verlaat gewond het strijdperk tijdens studentenprotest in Parijs.
 afp

Mei ’68 was een rimpel, geen revolutie
De hele jaren zestig zijn een overroepen periode, vindt Dirk Barrez. Ze leverden niets op dat in de buurt komt van wat vroegere generaties presteerden.

Wat? De opstandige generaties van eind negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw kunnen een oneindig rijker palmares voorleggen dan de 68’ers.
De meest overroepen historische periode? Dat is wellicht mei ’68 als zogenaamde ijkpunt van de al even zogenaamd ‘roerige’ jaren zestig. Het blijft verbazingwekkend hoeveel belang eraan wordt gehecht. Want ietwat breder kijken onthult snel hoe relatief en zelfs beperkt de reële invloed was. Zelfs de meest milde beoordeling kan er niet omheen dat maar heel weinig verbeelding aan de macht is gekomen.
Die jaren zestig zouden jaren geweest zijn van grote opstandigheid en van breken met de klassieke structuren. Zou het? Die breuk valt echt wel mee. Of tegen, naargelang het gezichtspunt.
Wat opstandigheid betreft kunnen die jaren zestig al helemaal niet tippen aan wat opstandige generaties aanrichtten in de jaren twintig, dertig en veertig. Grote delen van de bevolking braken toen radicaal met de klassieke politieke en maatschappelijke bewegingen, maakten in vele landen zelfs korte metten met de democratie en cultiveerden een haat tegen andersdenkenden en ‘volksvijanden’ die culmineerde in het meest verschrikkelijke geweld. Zeker, dat was allemaal hoogst ongezellig. Maar vooral, en jammer genoeg, was hun breekactiviteit en ‘tegencultuur’ oneindig veel ingrijpender dan wat de zogenaamd opstandige jaren zestig generaties klaarspeelden.
De onmacht en mislukkingen van de jaren zestig maakten de weg vrij voor een al te eenzijdig economisch marktdenken
Samen met protest en verzet zouden de jaren zestig die van een nieuwe, bevrijdende wereld zijn die eraan kwam. Er is veel gedroomd én geanalyseerd in die jaren, heel zeker, en het loont – deels – om er kennis van te nemen. Mens en samenleving zouden zich kunnen ontworstelen aan al te dominante en versmachtende economische en staatsstructuren, ontvoogding lonkte op talloze vlakken. Alleen is er bitter weinig gerealiseerd. De toets met de werkelijkheid is bikkelhard en vooral ontluisterend.
De opstandige generaties van eind negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw kunnen een veel rijker palmares voorleggen. Ze beleefden de doorbraak van een hernieuwde industriële revolutie met de komst van de trein, elektriciteit, telefoon, radio, auto. Ze forceerden de doorbraak van het algemeen stemrecht, de achturendag, het minimumloon, betaalde vakantie en de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, media en cultuur. Ze vochten voor de deling van macht en welvaart, en veroverden effectief meer politieke en economische zeggenschap. Hun hefbomen waren onder andere vakbonden, mutualiteiten, massapartijen, media, coöperaties en sociaal-culturele bewegingen.
Meer zelfs, veel van dat pre ‘68 palmares houdt vandaag nog altijd stand, zij het moeizaam in steeds meer landen. Maar wat mei ’68 structureel echt realiseerde om de samenleving verder te emanciperen, valt heel erg tegen. Die nalatenschap zinkt werkelijk in het niet. Het is ronduit ontgoochelend dat de jaren zestig niets opleverden dat qua bevrijdingskracht of duurzame verandering ook maar in de buurt komt van wat vroegere generaties presteerden. Als de jaren zestig al voor een breuk zorgden, is de pijnlijke realiteit dat er een einde kwam aan de creatie van nieuwe sterke maatschappelijke hefbomen als tegenwicht voor de ééndimensionale economie en een te sterke staat. De onmacht en mislukkingen van de jaren zestig maakten juist de weg vrij voor al te eenzijdig economisch marktdenken, de hernieuwde almacht van geld, ongeëvenaarde digitale monopolies en overheden die het opgeven om emanciperend en ontvoogdend te willen zijn voor iedereen, zonder onderscheid en op alle vlakken.
Dat doet geen afbreuk aan wat er wel was. Het is zeker waar dat de kritische houding ten aanzien van de wegwerpeconomie en de welvaartsstaat ’68 kenmerkt. En het was ook een terechte kritiek op de bastions van de klassieke sociale bewegingen die geen – of minstens onvoldoende – oog hadden voor de nieuwe uitdagingen. Maar waar is de bevrijding? Waar zijn de nieuwe mens, de nieuwe school, het nieuwe werk, de nieuwe duurzame economie, de nieuwe leef- en woonvormen, de zorg voor de wereld? Talloos waren de experimenten, van communes tot arbeidszelfbestuur, van selfreliance tot wereldwinkels. Vele zijn verdwenen, sommige cultiveerden hun niche of groeiden uit tot interessante en zelfs vrij belangrijke stromingen en bewegingen, niet in het minst de ecologische beweging. Maar in de werkelijke wereld de bakens systemisch verzetten zoals voorgaande opstandige generaties deden, neen, dat is er in de voorbije vijftig jaar niet van gekomen.

Kindertal

Er is toch de seksuele revolutie? Die is, opnieuw voor wie breder kijkt, veel meer een continuüm dan breuk. Alleen al het feit dat vooral de arbeiders er al decennialang in slaagden om hun kindertal beperkt te houden, illustreert hoe al die jaren voor mei ‘68 seksuele moraal en praktijk hemelsbreed uit elkaar lagen.
Kunnen we dan eindelijk na vijftig jaar de mythes laten rusten, mei ’68 een verhelderende plaats geven in de geschiedenis, en ons concentreren op hoe het nu verder moet?
Alvast twee interpretaties zijn mogelijk.
Zou de gewonnen mondigheid ons misschien kunnen helpen? Neen, als ze vooral illusie is. Want het lijkt erop dat eenieder nu kan roepen of zelfs tieren op media die niet sociaal zijn maar wel de meest gebalde economische machtsconcentratie die de wereld ooit heeft gezien… En al dat roepen, protesteren, sensibiliseren maakt – dat vertelt de ervaring van intussen minstens vijftig jaar – op vele terreinen geen ene moer verschil. De onmacht van al die roepers is totaal in die nieuwe wereld als ze niet ook de wezenlijke hefbomen voor verandering weten te creëren.
Dan oogt een andere interpretatie aantrekkelijker. Slaagt een nieuwe opstandige beweging erin na 50 jaren waarin de dromen hebben kunnen rijpen in de buik van de samenleving om nieuwe emancipatorische hefbomen te creëren? En kunnen die de almacht van Facebook en Google onderuithalen? Weten zij economische en politieke zeggenschap radicaal te deconcentreren en mens & samenleving veel meer greep te geven op het bestaan? Een zeggenschap die tot veel meer welbevinden leidt en het mogelijk maakt om de opstekende sterke demonen van opstandigheid tegen democratie en mensenrechten tijdig te counteren?


Dirk Barrez
Hoofdredacteur van PALA.be.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire