Hoe mythes Duitsland uit het puin hielpen herrijzen
VW, vrede en voetbal
Morgen is het 73 jaar geleden dat de nazi’s capituleerden.
Toch bepalen de Tweede Wereldoorlog en zijn nasleep nog steeds het beeld
dat de Duitsers van zichzelf koesteren.
BonnAls een volk dat met noeste arbeid en vernuft uit het puin van een totaal verwoest land een economisch mirakel, een Wirtschaftswunder,
tot stand bracht. Zo zien de Duitsers zichzelf. Kanselier Angela Merkel
verwees naar dat zelfbeeld toen ze haar landgenoten in 2015 verzekerde
dat ze de vluchtelingencrisis aankonden. ‘Wir schaffen das’, zei ze, net zoals we er ons na de oorlog doorsloegen.
‘Het
wirtschaftswunder is veruit de krachtigste mythe die zich in het Duitse
collectieve geheugen heeft gegrift’, zegt Daniel Kosthorst, curator van
de tentoonstelling Deutsche Mythen seit 1945, die nog tot 14 oktober in het Haus der Geschichte in Bonn loopt.
Een ‘mythe’ geeft een volk een goed gevoel over zichzelf, een identiteit. Het zijn geen leugens, geen fake news.
Ze bevat een kern van waarheid, maar die is ontdaan van alle storende
historische details. Dat is ook met het wirtschaftswunder gebeurd.Het uur nul
De economische heropstanding van Duitsland in de jaren vijftig was spectaculair. De industriële productie was in 1960 2,5 keer groter dan tien jaar voordien, terwijl de werkloosheid in die periode daalde van 10,3 naar 1,2 procent. De miljoenste VW Kever – het ‘rollende wirtschaftswunder’ – rolde al in 1955 van de band. Het is een van de pronkstukken van de tentoonstelling.Alle volkeren bedienen zich van mythes. Fransen herinneren graag aan de heldenmoed van Jeanne d’Arc, Britten verwijzen met trots naar de Magna Carta
De bouwstenen van het ‘wonder’, zo heet het, waren de invoering van de D-Mark en de sociale markteconomie, ontsproten aan het brein van minister van Economie Ludwig Erhard. ‘De mythe onderstreept de verdiensten van het Duitse volk en de wijze beslissingen van de Duitse politici’, zegt Kosthorst. ‘Terwijl internationale factoren als het Marshallplan en de kwijtschelding van de schulden van het Duitse Rijk minder in de verf worden gezet.’
Vergeten zijn de betogingen tegen de D-Mark, of het feit dat de munthervorming een idee van de Amerikaanse bezetter was. Wat eveneens tussen de plooien van de geschiedenis viel: de nazi-oorsprong van de term ‘wirtschaftswunder’. En dat de Duitse vrouwen niet massaal en – al zeker niet in Oost-Duitsland – niet vrijwillig aan de slag als puinruimster gingen, belette niet dat later overal standbeelden werden opgericht voor die Trümmerfrauen.
Door de verwoesting en de wederopbouw van het land na de oorlog was het voor de Duitsers gemakkelijk om zich in te beelden dat ze in een radicaal nieuw land leefden. Uit die behoefte om helemaal opnieuw te beginnen, om een waterdicht beschot op te trekken tussen het heden en de misdaden van de nazi’s, ontsproot het beeld van Stunde Null. Maar in werkelijkheid was er helemaal geen sprake van een ‘uur nul’, van een totale breuk met het verleden. Meer zelfs: de mythe stond de verwerking van het verleden in de weg – wat vooral veel slachtoffers van de nazi’s een wrang gevoel gaf.
Held wordt tuinkabouter
‘Mythen zijn essentieel voor een natie’, zegt Kosthorst. ‘Ze benadrukken gezamenlijke verwezenlijkingen, gedeelde waarden en vertrouwen in de gemeenschappelijke toekomst. Als ze op een consensus zijn gebaseerd, kunnen ze een maatschappij samenhouden.’ Alle volkeren bedienen er zich van. Franse presidenten herinneren graag aan de heldenmoed van Jeanne d’Arc; Britse premiers verwijzen met trots naar de Magna Carta, ’s wereld oudste democratisch charter.Maar Duitsland is een geval apart. Niet alleen hield het ruim veertig jaar twee mythologieën in stand, het land verwees ook zijn oudere mythen naar het vergeetboek, omdat de nazi’s ervan misbruik hebben gemaakt. Dat lot onderging, onder andere, de Germaanse krijgsheer Hermann der Cherusker, die de Romeinen versloeg in het Teutoburgerwoud. Vandaag is deze door het Duitse nationalisme bezoedelde held alleen terug te vinden als tuinkabouter.
Terwijl het West-Duitsland teerde op het wirtschaftswunder, bedienden de leiders van de Deutsche Demokratische Republik (DDR) zich van het beeld van de Arbeiter- und Bauernstaat, de staat van arbeiders en boeren, de ‘erfgenaam van de antifascisten’. Zij zagen de Oost-Duitsers als mede-overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog omdat ‘ze de Sovjet-Unie hadden geholpen’. Heldhaftige standbeelden moesten de burgers daarvan overtuigen. Maar ‘die Gründungsmythos, die stichtingsmythe, was al voor de val van de Muur ontkracht’, zegt Kosthorst. ‘De Oost-Duitsers waren toen al lang diep gedesillusioneerd.’ De DDR was geen paradijs, al zeker niet voor boeren, arbeiders en werkende vrouwen. ‘Het enige wat overbleef, was het beeld van een volk dat gehecht is aan vrede en eerlijk de duistere kanten van de Duitse geschiedenis onder ogen ziet. Dat zelfbeeld delen de Oost-Duitsers met de westerlingen.’Na de hereniging moesten de Duitsers voor Oost en West een verbindend verhaal ontwikkelen. Niets verenigt vandaag meer dan voetbal
Maar andermaal botst de mythe op de waarheid. Het succes van extreemrechts en de heropflakkering van het antisemitisme tonen aan hoezeer de Duitsers nog in de knoei zitten met hun naziverleden. Ook het imago van Friedenswächter is niet helemaal correct. Zowel Oost- als West-Duitsland was een belangrijke wapenfabrikant. Vandaag is Duitsland de op vier na grootste wapenexporteur ter wereld.
Het Wonder van Bern
Na de hereniging tussen Oost en West, moesten de Duitsers voor beide landsdelen een verbindend verhaal ontwikkelen. Niets verenigt hen vandaag meer dan ‘het beeld van de zegevierende voetbalnatie die successen boekt door teamwerk en discipline’, zegt Kosthorst. Het is dan ook geen toeval dat de tentoonstelling begint met Das Wunder von Bern.Dat mirakel geschiedde op 4 juli 1954 in het Wankdorfstadion in het Zwitserse Bern, waar de West-Duitsers het geduchte Hongaarse elftal, met sterspeler Ferenc Puskás, op de valreep in het gras deden bijten.
De wereldkampioenen werden in München door een half miljoen jubelende landgenoten verwelkomd, maar de euforie ebde snel weg. Negen jaar na de oorlog was de sfeer niet rijp om aan de titel een gevoel van nationale trots te verbinden. De Duitsers waren nog lang niet in het reine met de wandaden van de nazi’s. Achterdocht en leugens stonden een gevoel van eenheid in de weg. Die terughoudendheid was ook merkbaar bij de wereldtitels van 1974 en 1990.
Pas vanaf de jaren negentig werd aan sporttitels een bredere betekenis toegeschreven. Het Wonder van Bern kreeg uiteindelijk zijn mythische proporties door de gelijknamige film uit 2003. Die vertelt het verhaal over de moeilijke re-integratie van een soldaat die na elf jaar in een krijgsgevangenenkamp in Siberië naar huis terugkeert en ontdekt dat de wereld en zijn gezin onherkenbaar veranderd zijn. Uiteindelijk vinden de vader en de jongste zoon elkaar als ze samen naar Bern rijden voor de match tegen de Hongaren.
De parallellen met de evolutie in de samenleving liggen voor het rapen. En zo groeide 1954 uit tot alternatieve stichtingsdatum van de Bundesrepublik Deutschland.
Maar er is nog een ander aspect aan de ‘wonderbare’ WK-finale. De dag van de wedstrijd stortregende het in Bern en algemeen wordt aangenomen dat revolutionair nieuwe voetbalschoenen – met vervangbare noppen – de Duitsers een voordeel bezorgden. Ze waren ter beschikking gesteld door Adidas. En zo zijn we weer bij het wirtschaftswunder beland.
Vluchtelingen
Kosthorst vindt het belangrijk dat de vluchtelingen, de nieuwe Duitsers, de mythen absorberen. ‘De hedendaagse mythen bevatten belangrijke elementen van de Duitse nationaliteit. Kennis ervan kan de nieuwkomers helpen om hun nieuwe omgeving beter te begrijpen.’ Nationale mythen kunnen ook een tegengewicht bieden voor de verhalen waarmee extremisten de samenleving willen verdelen.Maar niet alle gebeurtenissen groeien uit tot nationale verhalen. ‘Om succesvol te zijn,’ weet Kosthorst, ‘moet een mythe breed gedragen worden. Daarom hebben de verhalen van de DDR-leiders nooit de status van mythe veroverd. Ze waren louter artificieel, pure propaganda.’
http://www.standaard.be/cnt/dmf20180506_03500553
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire