‘Nee’ leren zeggen tegen Orban
Polen en Hongarije spelen een gevaarlijk spel. Als de EU
geloofwaardig haar waarden wil verdedigen, moet ze vechten tegen
autoritarisme, schrijft Timothy Garton Ash.
Hongarije krijgt meer Europese subsidies per hoofd van de bevolking dan alle andere lidstaten, wat premier Viktor Orban niet belet om zijn nationalistische aanhang op te hitsen met aanvallen op Brussel. Polen speelt hetzelfde spel. Volgens de cijfers van de Europese Commissie werd in 2015-17 meer dan de helft van alle overheidsinvesteringen in Hongarije en Polen door de EU gefinancierd.
Ik was onlangs in de armste streken van Polen en overal zag ik wel een weg, een brug, een markt of een treinverbinding die met Europees geld werd gemoderniseerd. Dat belet de feitelijke leider van het land, Jaroslaw Kaczynski, niet om de onafhankelijkheid van de rechtbanken te ondermijnen, de openbare radio en televisie in propaganda-organen voor zijn partij te veranderen en het land te orbaniseren. Hij gaat nog niet zo ver als Orban, maar als het grootste Centraal-Europese land het autoritarisme van Hongarije overneemt, zullen de gevolgen voor heel de EU veel groter zijn.
Dictatuur
Dat is een fundamentele uitdaging voor iedereen die vindt dat de EU de waarden van de liberale democratie moet vertegenwoordigen: het pluralisme, de rechtsstaat en de vrije meningsuiting. Als de Unie die waarden niet in eigen huis verdedigt, kan ze die buiten haar grenzen niet geloofwaardig bepleiten.‘Kan een dictatuur lid zijn van de EU?’, vraagt de politieke wetenschapper Jan-Werner Müller. Hongarije is natuurlijk nog geen dictatuur, maar de Europese Unie is niet in staat om Orban duidelijk te maken dat het genoeg geweest is. Ik twijfel er niet aan dat het Verenigd Koninkrijk een liberale democratie zal blijven als het de Unie verlaat. Maar Hongarije en Polen zullen lid blijven, terwijl ze geen liberale democratieën meer zijn.
De antiliberale populisten exploiteren de oude tegenstelling tussen het Europa van de waarden en het Europa van het geld. Die tegenstelling loopt als een rode draad door de eenmaking van Europa. De waarden worden verdedigd door de Raad van Europa, het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en tot op zekere hoogte door de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Het geld wordt vertegenwoordigd door de Europese Unie, die als een economische gemeenschap begonnen is. Al decennialang tracht men de waarden in die economische gemeenschap te injecteren. Dat werkt goed om het gedrag van landen die willen toetreden te beïnvloeden. Maar zodra een land als Hongarije lid is van de Unie, ontdekt het snel dat het min of meer straffeloos zijn zin kan doen.
Schaken tegen kickbokser
Wat kan de EU doen? Tegenover Polen heeft ze een ingewikkelde procedure gestart voor de aanpak van ‘systemische’ bedreigingen van de rechtsstaat, met onder meer sancties voor de schending van de verdragen. Dat is symbolisch belangrijk, maar stelt in feite weinig voor. Brussel speelt schaak tegen een kickbokser. De kickbokser wint.De Europese Unie heeft voor het allereerst gebruikgemaakt van artikel 7 van het grondverdrag, wegens ernstige en aanhoudende schendingen van de fundamentele waarden door Polen. Artikel 7 maakt sancties mogelijk, tot en met de schorsing van het stemrecht in de interne besluitvorming van de EU, op voorwaarde dat alle andere lidstaten akkoord gaan. Wat ze niet zullen doen, want Hongarije zal Polen in de rug dekken en Polen Hongarije.
Er wordt meer en meer gedacht aan de koppeling tussen het geld dat Brussel uitdeelt en de eerbied voor de rechtsstaat. De EU-begroting 2021-2027 die de Europese Commissie vorige week heeft voorgesteld, bevat een interessante procedure: als het rechtsstelsel van een lidstaat ‘algemene tekortkomingen’ vertoont, kan de EU de geldkraan dichtdraaien. Die maatregel zou slechts een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten vereisen, zodat Polen en Hongarije geen veto zouden kunnen stellen. Bovendien zullen het Europees Bureau voor Fraudebestrijding en het Europees Openbaar Ministerie de corruptie in de aanwending van de EU-fondsen aanpakken. Dat is belangrijk, want Polen en Hongarije gebruiken Europese fondsen om politici te sponsoren en vriendelijke media en bondgenoten te belonen. Het buitensporig grote, gloednieuwe voetbalstadion aan de rand van Felcsut, Orbans geboortedorp, is daar een berucht symbool van.
Antisemitische posters
De
voorstellen van de Commissie zijn welkom, maar het zal jaren duren voor
ze gevolgen hebben. We hebben snellere maatregelen nodig, zoals de
uitsluiting van Fidesz, de partij van Orban, uit de Europese Volkspartij
(EVP), nog voor de Europese verkiezingen van volgend jaar. De EVP is de
belangrijkste groepering van centrumrechtse partijen in de EU, met
zwaargewichten als de Duitse kanselier Angela Merkel, de Spaanse premier
Mariano Rajoy, de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude
Juncker en de voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk.
Die politieke groepen
worden verondersteld een centrale rol te spelen in de interne
democratisering van de Europese Unie. Maar de EVP onderneemt niets tegen
een partij die niet alleen in eigen land de liberale, pluralistische
democratie ontmantelt maar ook in de recente verkiezingen, campagne
heeft gevoerd met een anti-Brussels, xenofoob programma en zelfs met
impliciet antisemitische posters tegen George Soros en zijn zogenaamde
plan om Hongarije met moslimmigranten te overstromen. Wanneer ik vrienden in de centrumrechtse partijen daarop aanspreek, zeggen ze: ‘Ja, maar het is beter dat we Orban erbij houden, want zo kunnen we hem beïnvloeden.’ Op die manier blijven ze de klassieke illusies van de concessiepolitiek cultiveren: ze spelen schaak tegen een kickbokser. Daar is geen tijd meer voor. Het gevaar is te dringend. Als Polen het Hongaarse voorbeeld volgt, zal een groot deel van Centraal-Europa bezwijken voor het sluipende autoritarisme – en zal dat binnen de Europese Unie gebeuren.
http://www.standaard.be/cnt/dmf20180507_03502513
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire