Zo duur hoeft innovatieve medicatie niet te zijn
Twee onderzoekers van de
Erasmus-universiteit in Rotterdam stelden een algoritme voor waarin ze
de ontwikkelingskosten, therapeutische waarde en patentbescherming
opnemen om tot aanvaardbare geneesmiddelenprijzen te komen (DS 11 mei).
Stefan Gijssels schrijft dan weer dat hoge prijzen noodzakelijk zijn om
het onderzoek mogelijk te maken en dat patiënten zullen sterven als de
prijzen dalen (DS 14 mei). Het zijn typische argumenten van de industrie.
Het algoritme van de Nederlandse econome Carin Uyl-De Groot steunt onder meer op de ontwikkelingskosten. Maar de industrie zal die kosten nooit vrijgeven, omdat de prijzen toch niet worden gedreven door de ontwikkelingskosten.
Wie de zwarte doos van managementbeslissingen in big farma bestudeert, zoals wij doen, ziet rare dingen. Zo doen managementwissels prijzen exploderen, want de nieuw aangestelde ceo’s moeten laten zien dat zij uit het goede hout zijn gesneden. Een analist van een R&D-farmabedrijf met een kankergeneesmiddel in fase twee, rapporteerde dat de prijs exclusief werd gestuurd door het koersdoel van het aandeel, dat op zijn beurt gestuurd wordt door het ziektebeeld. Hoe ernstiger of zeldzamer de ziekte, hoe hoger het koersdoel.
De feiten weerleggen dat de prijzen een weerspiegeling zijn van de therapeutische waarde en hoog móéten zijn omdat de ontwikkelingskosten hoog zijn. De stelling dat patiënten zullen sterven als de hoge prijzen niet worden aanvaard, is dus moreel laakbaar.
Het algoritme van de Nederlandse econome Carin Uyl-De Groot steunt onder meer op de ontwikkelingskosten. Maar de industrie zal die kosten nooit vrijgeven, omdat de prijzen toch niet worden gedreven door de ontwikkelingskosten.
Wie de zwarte doos van managementbeslissingen in big farma bestudeert, zoals wij doen, ziet rare dingen. Zo doen managementwissels prijzen exploderen, want de nieuw aangestelde ceo’s moeten laten zien dat zij uit het goede hout zijn gesneden. Een analist van een R&D-farmabedrijf met een kankergeneesmiddel in fase twee, rapporteerde dat de prijs exclusief werd gestuurd door het koersdoel van het aandeel, dat op zijn beurt gestuurd wordt door het ziektebeeld. Hoe ernstiger of zeldzamer de ziekte, hoe hoger het koersdoel.
De feiten weerleggen dat de prijzen een weerspiegeling zijn van de therapeutische waarde en hoog móéten zijn omdat de ontwikkelingskosten hoog zijn. De stelling dat patiënten zullen sterven als de hoge prijzen niet worden aanvaard, is dus moreel laakbaar.
Het
andere argument luidt dat goede geneesmiddelen iets mogen kosten. Maar
we mogen niet vergeten dat de wetenschappelijke grondslagen van de
allerbeste geneesmiddelen niet te vinden zijn in de industrie, maar in
het academische onderzoek. Dat onderzoek maakt de samenleving mogelijk.
Als patiënten bereid zijn om een bedrag neer te leggen voor een
behandeling, krijgen ze dan te horen dat ze dat voor de tweede keer
doen? De eerste keer deden ze dat via hun belastingen, wat het
academische onderzoek toeliet, de tweede keer als ze het geneesmiddel
zelf kopen.
Amerikaans onderzoek toonde
aan dat het grootste deel van de geneesmiddelenpatenten wel degelijk
wordt aangeleverd door de industrie, maar dat die vooral dienen om het
onderzoek van anderen te blokkeren. In een recent artikel in Nature
analyseren academische onderzoekers ook het risicoprofiel van de
industrie: het is vergelijkbaar met het economische risico dat ook
andere bedrijven moeten torsen. Daarom ook ben ik het discours over ‘de
grote risico’s die de industrie moet nemen’ moe.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire