vendredi 23 mars 2018

DS 20180323 Hernando De Soto, eredoctor UGent

Het interview


Kristof Vadino (r)

HERNANDO DE SOTO, EREDOCTOR UNIVERSITEIT GENT

‘Mijn empathie gaat uit naar de kleine man’
Aan de kritiek op zijn eredoctoraat maakt hij niet veel woorden vuil. Liever heeft ontwikkelingseconoom Hernando de Soto het over Karl Marx (‘veel van geleerd’), Thomas Piketty (‘heeft het verkeerd voor’) en Xi Jinping (‘snapt waar het om gaat’).
bio


VAN ONZE REDACTEUR RUBEN MOOIJMAN

BRUSSELVolgens een groep kritische studenten en onderzoekers van de UGent is Hernando de Soto (76) de ‘econoom van de rampspoed’. Maar volgens professor Annelies Wylleman is zijn werk een ‘eyeopener voor juristen en economen’. Hoe het ook zij, het eredoctoraat dat de universiteit vandaag uitreikt aan de Peruaanse onderzoeker was op voorhand al voorwerp van controverse.

De Soto zelf ligt er niet wakker van – hij heeft wel voor hetere vuren gestaan. Hij vindt het belangrijker om via zijn Instituut voor Vrijheid en Democratie (ILD) de aandacht te vestigen op het lot van de armen in de wereld, en op het verbeteren van hun kansen. Het is het centrale thema in zijn werk: in veel ontwikkelingslanden hebben armen het moeilijker om hun bestaan te verbeteren dan rijken, omdat het justitiële stelsel van landeigendom, bedrijfsregistratie en grondstoffenlicenties in hun nadeel werkt. Daarom pleit hij ervoor om het systeem aan te passen zodat ook de armsten er toegang toe krijgen. In zijn vaderland Peru werden dergelijke maatregelen op zijn advies doorgevoerd, onder meer door boeren landrechten te geven.

Een groep studenten en onderzoekers aan de Gentse universiteit heeft geprotesteerd tegen uw eredoctoraat. Ze vinden dat uw oplossingen schadelijk kunnen zijn voor lokale gemeenschappen en de concentratie van landeigendom in de hand kunnen werken.
‘In het Spaans hebben we daar een mooie uitdrukking voor: el pecado de ignorancia, de zonde van de onwetendheid. (Pakt een grafiek) Kijk wat er in Peru gebeurd is. Na onze maatregelen om de armsten meer eigendomsrechten te geven, zijn er 340.000 nieuwe ondernemingen opgericht in drie jaar tijd. En de groei van de Peruaanse economie is duidelijk gestegen. Dus, met alle respect, de studenten weten niet waar ze het over hebben. Maar ik denk wel te weten wat er aan de basis van hun kritiek ligt. Eigendomsrechten is een woord dat veel emoties losmaakt. Het wordt geassocieerd met een rechts beleid, en daar hebben sommigen het moeilijk mee.’

Dat uw maatregelen geassocieerd worden met een rechts beleid, is dat terecht?
‘Piketty’s theorie over proletariërs en kapitalisten is gebaseerd op denkbeeldige figuren, zoals ze voorkwamen in de boeken van Charles Dickens en Victor Hugo’
‘Weet je, in Peru houden de inheemse volken zich niet bezig met de vraag of het beleid links of rechts is. Hun probleem is dat ze hogerop willen komen, maar dat ze daarbij niet beschermd worden door de wet. Het is niet left or right, maar up or down. Veel armen zijn al actief als handelaars en ondernemers. Maar ze functioneren in een informeel systeem. Als je het formele systeem voor hen toegankelijk maakt, dan bouw je voort op een liberaal systeem dat de norm is in open, westerse maatschappijen. Een communistische samenleving zie ik dat niet zo snel doen.’

Krijgt u vaak dit soort kritiek?
‘Eigenlijk niet. Men heeft mij wel al geprobeerd te treffen met bomaanslagen, maar dergelijke kritiek hoor ik niet zo vaak. Integendeel. Abimael Guzman, de leider van de terreurbeweging Lichtend Pad, schreef dat zijn beweging verslagen is door De Soto en het imperialisme van de yankees. Daarbij heeft hij mijn rol wel wat overdreven, en die van de Amerikanen ook. De mensen die tegen het Lichtend Pad streden, waren zeer talrijk.’

De afgelopen jaren kwam u in het nieuws met kritiek op het werk van Thomas Piketty. Kunt u daar iets meer over vertellen?
‘Piketty’s boek Kapitaal in de 21ste eeuw, waarvan er trouwens minder exemplaren verkocht zijn dan van het mijne, gaat niet over kapitaal. De titel is wat dat betreft misleidend. Het gaat over ongelijkheid. Maar zijn voorstellen zijn geen antwoord op de uitdagingen van deze wereld. Veel van de mensen die Piketty als proletariërs omschrijft, zijn in werkelijkheid ondernemers. Neem Mohamed Bouazizi, de Tunesiër die de Arabische Lente ontketende door zichzelf in brand te steken. Hij was een handelaar, een ondernemer die op het punt stond een bestelwagen te kopen. Hij was niet de enige die zich in brand stak, het waren er in totaal 64, van wie er 37 overleefden. Ik heb sommige van hen opgezocht, en wat bleek? Het waren stuk voor stuk kleine ondernemers. De Amerikaanse tv-zender PBS heeft er een documentaire over gemaakt (te bekijken op Youtube, red).’

‘Eigendomsrechten is een woord dat veel emoties losmaakt. Het wordt geassocieerd met een rechts beleid, en daar hebben sommigen het moeilijk mee’
‘Dus de tegenstelling is niet die tussen proletariërs en kapitalisten, zoals Piketty stelt, maar tussen rijken en armen. En ondernemers kunnen zowel rijk als arm zijn. Uit onderzoek in Egypte bleek dat twee derde van de inkomsten van de armen kwam uit meerwaarden op hun activa. ­Piketty’s theorie is gebaseerd op denkbeeldige figuren, zoals ze voorkwamen in de boeken van Charles Dickens en Victor Hugo.’

De Arabische Lente had volgens u vooral economische oorzaken. Hoe beoordeelt u de respons erop?
‘Die was verkeerd. Er is vooral militair ingegrepen, terwijl veel mensen een beter leven wilden. Men had beter de wet aangepast om het de armen makkelijker te maken hun ­bestaan te verbeteren. De overheden lieten daar een gat vallen dat ­Al-Qaeda en Islamitische Staat opvulden. Zij deden wel dergelijke beloften aan de armen, net zoals de Farc en het Lichtend Pad dat in ­Latijns-Amerika hebben gedaan. Die bewegingen zeggen dat ze opkomen voor de kleine man. Terwijl het Westen nu vooral de rijken steunt. ­Iemand die dat wel goed begrepen heeft, is de Chinese president Xi Jinping. Hij heeft een duidelijke boodschap voor de armste Chinezen: dankzij hem kunnen ze hun bestaan verbeteren.’

U noemt zichzelf geen academicus, maar een man van de praktijk. Is dat een bewuste keuze omdat u niet houdt van ivoren torens?
‘Nee hoor, dat is nu eenmaal zo gelopen. Ik heb een enorme waardering voor academici. Ik heb veel geleerd van mensen in ivoren torens, van Adam Smith tot Karl Marx en van Jane Jacobs tot Michel Foucault. Alleen gaat mijn empathie uit naar de kleine man, ik voel me op mijn gemak als ik met gewone mensen praat. Dat gevoel heb ik niet met studenten. Ik heb de roeping niet om me als academicus te profileren. Het komt ook door de omstandigheden: ik was lange tijd vooral bezig met de burgeroorlog in mijn land.’

Hoe ziet u uw eigen bijdrage aan die strijd tussen de Peruaanse regering en de terroristen van het Lichtend Pad?
‘Mijn eerste boek heette ‘El otro sendero’, het andere pad. Nadat dat verschenen was, meldde het Lichtend Pad dat het moeilijker werd om nieuwe mensen te rekruteren. Dat was ook de tijd van de eerste bomaanslagen. Vervolgens heb ik president Alberto Fujimori kunnen doen inzien om met een economische schoktherapie de inflatie te bestrijden en werden ook de boeren ervan overtuigd de kant van de regering te kiezen. Dat ze formeel eigenaar van hun land werden, speelde daarbij een rol.’

U bent een specialist in het bestrijden van de informele economie. Ook in het Westen is dat een probleem. Heeft u tips voor beleidsmakers?
‘Dat is niet zo makkelijk, want de informele economie in het Westen is compleet anders dan in de ontwikkelingslanden. De overeenkomst is wel dat de deelnemers aan de informele economie outsiders zijn. Dan moet je erachter zien te komen waarom dat zo is. Ik kijk graag naar de geschiedenis. En wat zie je dan? Toen de Pruisen in 1806 door Napoleon verslagen werden, reageerden ze met de zogenaamde Stein-Hardenberg-hervormingen. Een belangrijk element daarvan was de uitgifte van landrechten aan de arme boeren. Precies wat ik voor elkaar probeer te krijgen.’

BIO
Hernando de Soto werd geboren in ­Arequipa, de tweede stad van Peru. Als kind verhuisde hij naar Zwitserland, waar hij zijn universitaire opleiding kreeg. Na een carrière in het Europese bedrijfsleven keerde hij op zijn 38ste terug naar Peru, waar hij het Instituut voor Vrijheid en Democratie oprichtte, een door de VS gefinancierde denktank. In 1986 verscheen zijn invloedrijke boek ‘Het mysterie van het kapitaal’. Na de verkiezing van Alberto Fujimori tot Peruaans president in 1990 werkte hij als diens economisch adviseur, maar hij distantieerde zich van de coup die Fujimori twee jaar later pleegde. (rmg)

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire