DE
POTTENKIJKER
Joris
Luyendijk kan zich geen moment herinneren dat de journalistiek zo onder vuur
lag bij politici als nu. En hoe succesvoller die aanvallen zijn, hoe meer ze aanslaan
bij de bevolking. Maar halen politici op lange termijn wel voordeel uit die
strategie?
Mijn kerstwens voor politici
Toen ik rond
de eeuwwisseling voor onder meer deze krant correspondent was in de Arabische
wereld, heerste in zowel het Oosten als het Westen bij velen het geloof dat
eerstgenoemde steeds meer zou gaan lijken op laatstgenoemde. Hadden ‘wij’ in
het Westen de Koude Oorlog niet gewonnen, waarna India en China zich hadden
bekend tot de vrije markt, en de Russen ook nog tot democratie? In
Noord-Ierland en Zuid-Afrika was vrede gesticht, terwijl de EU met Arabische
landen over een associatieverdrag sprak voor als Israël en Palestina hun
conflict hadden begraven.
Misschien
komt het door de naderende jaarwisseling, maar als ik tijdens deze donkere
dagen terugkijk op het afgelopen jaar, blijft van het optimisme van rond de
eeuwwisseling bitter weinig over. Steeds vaker heb ik het idee dat het Westen
juist zoals het Oosten wordt: bang en verward, met een steeds prominentere rol
voor charismatische leiders die de wereld voorstellen als toneel van permanent
en onoverbrugbaar conflict: ‘wij’ versus ‘zij’, waarbij ‘zij’ dermate perfide
en slecht zijn dat alles is geoorloofd: intimidatie, liegen en verdacht maken.
Dit is immers, twittert de charismatische leider, een apocalyptische strijd
tussen goed en kwaad, leven en dood.
Hukuma walla
mu’arda?, was de
vraag die ik als correspondent vaak kreeg bij de kennismaking met lokale
collega’s in Egypte, en ook in andere Arabische dictaturen: ‘Hoort jouw krant
bij de regering of de oppositie?’ Die Arabische journalisten hadden aan den
lijve nooit een ander systeem dan dictatuur meegemaakt en zij kenden democratie
slechts van horen zeggen – letterlijk, want geen dictatuur gaat eerlijk
uitleggen hoe democratie werkt, zo breng je mensen maar op ideeën.
Een paar
leugens hier en daar door politici is van alle tijden. Maar dat een Amerikaanse
president openlijk liegt?
Journalistiek
bestaat vaak uit wachten en op zulke momenten probeerde ik Arabische collega’s
weleens uit te leggen wat machtenscheiding tussen parlement, regering,
ambtenarij, pers, wetenschap en rechterlijke macht betekent. Hoe rechters,
wetenschappers en ook journalisten niet automatisch voor een politiek kamp
werken, omdat democratie zones van neutraliteit schept.
Liefdesbrief
aan de leider
Waar
dictaturen sterke mannen hebben, rusten democratieën op sterke instituties. Hoe
mooi dat aforisme (van de oriëntalist Bernard Lewis) ook was, de gedachte bleek
niet over te brengen: dat je in het democratische Westen ook zonder wasta
ofwel ‘tussenkomst van een machtige’ iets gedaan zou kunnen krijgen van de
staat. Dat je een rechtszaak kan winnen zonder iemand om te kopen of iets toe
te steken. Dat een minister van Defensie door het parlement kan worden
weggestuurd, ook al wil de hoogste leider van het land juist graag dat die
blijft (zoals dit jaar in het Verenigd Koninkrijk gebeurde). En dat een krant
niet automatisch voor een belangengroep opkomt, maar zelfstandige afwegingen
maakt.
Uiteraard
gaat dat laatste lang niet altijd zo – journalisten zijn net mensen en daarmee
vaak lui of dom. Maar het kan althans, en het lukt ook vaak. Een
‘regeringskrant’ in de dictatuur Egypte was en is een lange liefdesbrief aan de
leider, met iedere dag andere illustraties uit de actualiteit. Een
‘oppositiekrant’ was en is een lange tirade tegen diezelfde leider, met net
andere illustraties. Zulke kranten geven goed inzicht in de ‘lijn’ van beide
kampen. Met onafhankelijke opinievorming had het niets te maken en de
informatie was totaal onbetrouwbaar. Geen wonder dat in dictaturen het
culturele en intellectuele leven stil staat. En geen wonder dat de
samenzweringstheorieën er welig tieren. Als niets meer zeker is, kan alles waar
zijn.
Het Westen
wordt zoals het Oosten: bang, verward, en met een prominente rol voor
charismatische leiders
Mensen
denken bij ‘democratie’ altijd aan verkiezingen, en dat is terecht. Maar wat ik
leerde in de Arabische dictaturen, is dat onder die verkiezingen nog een
diepere, institutionele laag ligt, genaamd ‘rechtszekerheid’. Die
rechtszekerheid staat of valt bij neutraliteit – daarom heeft Vrouwe Justitia
een blinddoek om.
Waarmee ik
terug ben bij mijn pessimisme. Kijk eens naar de aanvallen op de rechterlijke
macht her en der (‘neprechters’ in de woorden van PVV-leider Geert Wilders en
Donald Trump) of in het Verenigd Koninkrijk (‘vijanden van het volk’ aldus de
voorpagina van de massaal gelezen Daily Mail). Zie de al veel langer
durende lastercampagne tegen klimaatwetenschappers. Zie de kritiek op de
Belgische Raad van State (‘doet aan politiek’). En zie de prominente politici
en hun niet-aflatende stroom van verdachtmakingen en openlijke leugens tegen
onafhankelijke media.
Tom Naegels
schreef onlangs dat dit laatste allemaal wel meeviel (DS 25 november). Aanvallen
op de pers zijn van alle tijden, net als politici die liegen. De meeste lezers
of kiezers zien wel door het fake news heen: ‘Af en toe een leugen, zelfs als
je ze gelooft, kan geen kwaad.’
Dit lijkt
mij een geval van wat in het Duits Verharmlosung heet: een dreiging
onterecht relativeren. Naegels heeft gelijk dat marxisten al decennia roepen
dat de onafhankelijke pers in een kapitalistische samenleving fictie is. Alleen
hebben die marxisten nooit iets te zeggen gehad. Een paar leugens hier en daar
door politici is evenals van alle tijden. Maar dat een Amerikaanse president of
Britse minister van Buitenlandse Zaken openlijk liegt? Wanneer de machthebbers
in een democratie zelf herhaaldelijk en schaamteloos liegen, dan is dat als wat
vals geld hier en daar in omloop brengen. Inderdaad is nog altijd negentig
procent van het geld authentiek, alleen, welke negentig procent?
Bokswedstrijd
Zo werkte in
Egypte de dictatuur ook: er werden permanent leugens in omloop gebracht, zodat
uiteindelijk niemand meer wist wie je moest geloven of vertrouwen. Werkt die
rechter niet voor de vijand? Wordt die krant niet betaald door de CIA? Zijn die
feiten over machtsmisbruik door ons land niet gewoon verzonnen? Ook hiervoor
heeft het Duits een prachtige term, namelijk dat mensen in een dictatuur
terechtkomen in een toestand van allgemeine Verunsicherung.
Bij een
dergelijke Twijfel Aan Alles Inclusief Aan Jezelf ontstaat niet zozeer chaos
als een informatiejungle. En daarin gaan mensen zich bij gebrek aan sterke,
want betrouwbare instituties oriënteren op de macht. Het gaat er niet meer om
wie gelijk heeft, maar om wie sterk genoeg is om zijn gelijk op te leggen. In
een dictatuur kom je dan snel uit bij de dictator. Op dit moment is in Egypte
dictator Abdel Fatah al-Sisi de sterkste en deze bezwoer zijn publiek in een
belangrijke speech laatst letterlijk: ‘Luister naar niemand behalve naar mij.’
Trump had het gezegd kunnen hebben.
Waarmee we
nogmaals terug zijn bij mijn pessimisme. Ik kan me geen moment herinneren dat
onze democratische ordening, en daarmee mijn beroepsgroep van de journalistiek,
zo frontaal onder vuur lag bij prominente politici als nu.
Van kritiek
kun je leren, maar dit is geen kritiek meer. Dit zijn stappen op weg naar een
uitschakeling van de pers als onafhankelijke, democratische tegenmacht. Het
cruciale punt is dat neutraliteit je in een democratie gegund moet worden. Op
het moment dat een politicus twijfel zaait over de morele betrouwbaarheid van
een krant of medium, dan komt zo’n krant of medium in een onmogelijk parket.
Kwaliteitsjournalistiek gaat namelijk uit van hoor en wederhoor. Als Bart De
Wever (N-VA) deze krant wegzet als inherent onbetrouwbaar, bij wie moet de
krant dan wederhoor gaan halen? Bij hoofdredacteur Karel Verhoeven? En hoe kan De
Standaard in de berichtgeving erna Bart De Wever nog onbevangen en neutraal
tegemoet treden? Voortaan kan alle kritiek van De Standaard worden
afgedaan als een vereffening. Democratie is als boksen: het kan er keihard aan
toegaan, maar dankzij strenge en heldere regels loopt het niet uit de hand.
Maar wat nu als een van de boksers plotseling uithaalt naar de scheidsrechter?
Als de scheidsrechter terugslaat, valt hij uit zijn rol en houdt hij op
scheidsrechter te zijn. Maar als hij niets doet, is zijn gezag ook weg.
Eerlijk
proces?
Mijn
stellige indruk is dat de meeste mensen bij de N-VA, PVV of het Brexit-kamp
zichzelf als fatsoenlijk beschouwen. Alleen zitten ze in een strijd op leven en
dood met ‘verraders’ (het Brexitkamp), met de almachtige ‘linkse kerk’ (PVV) of
met ‘vijanden van Amerika’ (Trump). Dan rechtvaardigt het doel de
middelen,voorlopig.
Het punt is:
wat komt hierna? De huidige groep rechtse journalistiek-bashers lijkt ervan uit
te gaan dat hun politieke tegenstanders zelf wel fatsoenlijk zullen blijven.
Maar hoe succesvoller de frontale aanval op pers en waarheid is, hoe groter de
kans dat deze methode overslaat. Bij de Nederlandse verkiezingen dit jaar brak
opeens Denk door, een speciale protestpartij voor Nederlanders met een
migratieachtergrond. En wat beweerde Denk-leider Tunahan Kuzu net voor de
verkiezingen, uiteraard zonder enig bewijs? Nederlandse artsen trekken de
stekker er sneller uit bij patiënten met een migratieachtergrond.
Dit zou mijn
kerstvraag zijn aan alle politici die fake news inzetten dan wel aan het eigen
profiel werken met aanvallen op de onafhankelijke journalistiek: wie gaat u
beschermen als straks de volgende generatie of politieke stroming de macht het
overneemt, en u in het vizier neemt? Rekent u dan wel op een eerlijk proces,
bij de rechtbank, in de media en de wetenschappelijke geschiedschrijving? Zo
nee, dan gelooft u dus allang niet meer in de democratie. Zo ja, is het dan
niet verstandig om zuiniger te zijn op dergelijke instituties? Richt uw kritiek
op specifiek gedrag van specifieke, bij naam te noemen, individuen. Trek het
niet open naar de organisatie waar die individuen voor werken. Schrijf de
instituties geen verborgen agenda toe, tenzij u van die agenda harde bewijzen
heeft. In dat geval maak ik als pottenkijker in de volgende aflevering eind
januari graag ruimte.
Joris Luyendijk
Auteur en
journalist Joris Luyendijk onderwerpt De Standaard aan een kritische lezing.
Maandelijks licht hij de deksels en gaat hij op zoek naar journalistieke aannames,
vooroordelen of blinde vlekken.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire