Trump voelt hete adem Mueller
Het is lastig iets te blijven ontkennen als je weet dat de waarheid je op de hielen zit. In die sfeer moeten we de bekentenis van president Donald Trump zien. Hij gaf toe dat zijn campagneteam in juni 2016 met de Russen sprak om bezwarend materiaal te ontvangen over Hillary Clinton (DS 5 augustus). Dat was niet illegaal, er was niets mis mee, het was gewoon campagnewerk – de ironie dat dit het soort ontkenningen is waar de Clintons het patent op hebben, zal Trump ongetwijfeld ontgaan. Het geeft aan dat de president de grond onder zich voelt schuiven. Het is wachten tot hij erkent dat hij zelf op de hoogte was van de ontmoeting.
Een ander voorbeeld van anticiperen op mogelijk slecht nieuws was het verhaal dat er weliswaar geen sprake was van collusion, van samenwerking tussen zijn campagneteam en de Russen, maar dat als het wel zo was, het geen strafbare feiten opleverde. Trumps buikspreekpop Rudy Giuliani zette die redenering in de markt, waarna de president hem tweetend ondersteunde. Het is niet waar, maar als het waar is, is het niet illegaal.
Deze Echternach-processie van leugens vindt plaats in reactie op Trumps permanente nachtmerrie: het onderzoek door de onafhankelijke aanklager Robert Mueller. Inmiddels ziet Trump zijn campagneleider voor de rechter, onthult zijn persoonlijke advocaat de onfrisse praktijken van de president en bereikt het onderzoek ook Donald Trump junior. En wellicht hemzelf, want de telefoongesprekken van de kleine Trump lijken erop te wijzen dat hij wel degelijk met zijn vader heeft overlegd. Mueller komt in de buurt.
Het is een bijzonder moment in Trumps presidentschap. Na anderhalf jaar toont hij buitengewoon veel zelfvertrouwen. Hij gaat steeds vaker af op zijn intuïtie, en wijkt af van wat zijn staf of regering wil. Hij denkt het presidentschap in zijn greep te hebben. Tegelijk is hij onrustig, ongedurig en gefrustreerd. Deze man is alleen echt in zijn element wanneer hij zijn grootste campagnehits opvoert voor een opgefokt publiek. Hij glorieert als cheerleader voor zichzelf, zonder zich te realiseren dat zijn staf hem op pad stuurt om hem een uitlaatklep te geven, misschien om erger te voorkomen. Laat hem maar tekeergaan tegen de media, dan kan hij elders geen kwaad doen, is de redenering. Je hoeft zijn staf niet te bewonderen om daarvoor dankbaar te zijn.
Voor een narcist met een onwrikbaar zelfvertrouwen oogt Trump verrassend labiel. Hoewel hij keer op keer roept dat Mueller niets heeft, dat het een ‘heksenjacht’ is, lijkt Trump zich zorgen te maken. Het onderzoek leidt de aandacht af van wat hij ziet als zijn ongekende, ongeëvenaarde successen als president. Het voedt zijn frustratie: als ik zo vreselijk machtig ben, waarom gebeurt dan niet wat ik wil? Dat is het klimaat waarin mensen als Trump de neiging hebben om alles of niets te spelen, om een situatie fundamenteel verkeerd in te schatten. De stilte in Washington is niet alleen een teken van zomermoeheid, het is ook de anticipatie op een onvermijdelijk ongeluk.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire