Zieners
Waarheen met de democratie, de bijen, de ander en onszelf? Christopher Wylie, Tobias Leenaert, Didier Eribon, Rosanne Hertzberger, Hans Van Dyck, Olivia Rutazibwa en Machteld Huber kijken in de toekomst. Volgende week: wetenschapster Rosanne Hertzberger.
‘Het “wij” van de arbeiders is het “wij” van het nationalisme geworden’
Hij is ondertussen al 65, maar de schaamte over zijn arbeidersroots voelt Didier Eribon nog steeds. De Franse intellectueel zag hoe zijn familie, die altijd communistisch had gestemd, bij het Front National eindigde. ‘Als je in een arbeiderswijk laat vallen dat je links bent, willen ze zelfs niet meer met je praten.’
RUUD GOOSSENS, FOTO’S LEO DE BOCK
‘Mijn broers waren furieus’, vertelt Didier Eribon. De Franse socioloog schreef negen jaar geleden een pakkend boek over zijn Retour à Reims, zopas vertaald als Terug naar Reims. Toen zijn vader op sterven lag, keerde hij terug naar het arbeidersmilieu dat hij dertig jaar voordien was ontvlucht. Eribon beschreef hoe hij er als eerste van zijn familie in was geslaagd zijn middelbaar onderwijs af te ronden. ‘Ik wilde laten zien hoe sterk je sociale klasse bepaalt welk diploma je haalt. Maar mijn broers lazen er een beschuldiging in: dat ik deed alsof zij niet intelligent genoeg waren. Terwijl ik net het omgekeerde wilde zeggen: ons onderwijssysteem elimineert kinderen uit de arbeidersklasse, ook wanneer ze begaafd zijn. Mijn broers zagen dat anders. Ze zeiden: dat we stopten met studeren, was onze vrije keuze. Wel, als de mensen ervan overtuigd zijn dat hun eliminatie geen gevolg is van sociale wetmatigheden maar hun eigen beslissing is, dan zie je hoe dominant het liberalisme is geworden. Alles is nu de verantwoordelijkheid van het individu.’
De anekdote is exemplarisch voor de diepe kloof waar Terug naar Reims op inzoomt. In het boek vertelt Eribon hoe hij als jonge homoseksueel, om zijn dromen waar te maken, afstand moest nemen van zijn roots. ‘Bij mij thuis werden er geen boeken gelezen’, vertelt hij twee uur voor de aftrap van België-Brazilië in La Coupole, een brasserie op de Boulevard Montparnasse in Parijs. Aan de overkant van de straat staat La Rotonde, de tent waar Emmanuel Macron zijn overwinning in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen vierde. ‘We gingen niet naar het theater of de opera. We luisterden niet naar muziek. Om de Didier Eribon te worden die ik nu ben, een intellectueel die boeken schrijft, moest ik een breuk maken. Mijn homoseksualiteit stimuleerde me daarin. Om gay te worden kon ik niet anders dan vertrekken uit een milieu waarin homo zijn niet werd geaccepteerd. Zo kon ik een “sociaal mirakel” worden. Maar dat was een erg pijnlijk proces, dat gepaard ging met veel schaamte. Ik heb erover geschreven om duidelijk te maken dat we nog altijd in een klassenmaatschappij leven. Ook in België. Een van mijn broers leeft in Charleroi.’
Eribon is ondertussen een vooraanstaand links intellectueel. Eind jaren 80 maakte hij naam met een biografie van filosoof Michel Foucault. Hij was ook uitstekend bevriend met de socioloog Pierre Bourdieu. En nu trekt hij veel op met Édouard Louis, de jonge Franse schrijver die zich een paar jaar geleden op de kaart zette met Weg met Eddy Bellegueule, een boek dat niet toevallig is opgedragen aan Eribon. Ook Louis komt uit een Noord-Frans arbeidersgezin, ook hij is homoseksueel, ook hij brak met zijn familie. ‘Net als ik schrijft hij over de mensen die jarenlang genegeerd werden door links. Over degenen die van Lionel Jospin of François Hollande te horen kregen dat ze zelf verantwoordelijk waren voor hun lot. Terwijl net die politici voor hen hadden moeten opkomen.’
De fabriek van moeder
‘Wie het programma van rechts en extreemrechts overneemt, zal finaal stemmen verliezen. Links moet aan de kant van álle onderdrukten staan’
Negen jaar na de publicatie van Retour à Reimsin Frankrijk is het boek nog altijd brandend actueel. Het verschaft inzicht in de kiezers die Donald Trump aan de macht brachten, die voor de Brexit kozen, die overal in Europa voor rechts-populistische politici vallen. Toen Eribon terugkeerde naar Reims, stelde hij vast dat zijn familie, die altijd overtuigd op de communisten had gestemd, voor het Front National was bezweken.
U benadrukt dat veel arbeiders zich economisch in de steek gelaten voelen en daardoor bij het FN zijn beland. Maar misschien steunen ze ook gewoon het antimigratieprogramma van die partij?
‘Ongetwijfeld. Maar daarmee kan je de opgang van extreemrechts niet verklaren. Mijn familie hield er vroeger ook al racistische ideeën op na. Ik heb er in mijn boek een hoofdstuk aan gewijd. Ik mythologiseer de arbeidersklasse dus niet. Alleen deden die racistische ideeën er niet toe wanneer mijn ouders gingen stemmen. Op verkiezingsdag gingen ze voor hun politieke belangen. Dan was hun kader: arm versus rijk. Dan stonden ze tegenover het patronaat, de bourgeoisie, de uitbuiters. Hun “wij” was het “wij” van de arbeidersklasse. Maar dát “wij” is uit het politieke discours verdwenen. Doordat links helemaal meestapte in de agenda van het neoliberalisme, beroofde het zijn traditionele kiezers van hun politieke identiteit. Die mensen gingen dus op zoek naar een nieuwe identiteit. En dat werd het “wij” van het nationalisme, van de Fransen, van de blanken. Alles wat verkeerd liep, werd de schuld van de migranten. Als dat idee zich heeft geïnstalleerd, krijg je het moeilijk gekeerd. Daar heb je dertig jaar voor nodig.’
Als linkse politici hun agenda aanpasten, dan ook omdat hun traditionele electoraat steeds kleiner werd. Bestaat de arbeidersklasse nog wel?
‘Niet meer in zijn oorspronkelijke vorm. Maar het onrecht is natuurlijk niet verdwenen. De kinderen van de arbeiders van weleer moeten zich nu, als ze al niet werkloos zijn, tevredenstellen met bijzonder onzekere jobs. Ze rijden rond voor Uber of ze werken in de magazijnen van Amazon. En ze zijn geen lid meer van een vakbond. Dat is een razend belangrijke verschuiving. Vorig jaar trok ik met de Duitse theaterregisseur Thomas Ostermeier naar de fabriek waar mijn moeder in de jaren 70 en 80 haar kost verdiende. Een indrukwekkende ervaring. Die gebouwen zijn nu compleet verlaten. De ramen zijn gebroken, de machines staan er vernield bij. Maar ooit werkten daar 1.700 arbeiders. Ooit had de communistische vakbond daar vijfhonderd leden. Dat was een sterke tegenkracht. Ze staakten. Als het moest dagenlang.’
Hebt u heimwee naar die grote fabrieken?
‘Helemaal niet. Het waren geen plekken van persoonlijke ontplooiing. De arbeidsomstandigheden waren penibel. Het lichaam van mijn moeder is daar gesloopt. Maar er werd wel een collectieve strijd gevoerd, terwijl de werknemers van Uber of Amazon nu volledig op zichzelf zijn aangewezen. Daarvoor draagt rechts een grote verantwoordelijkheid, maar links evenzeer omdat het te weinig weerstand heeft geboden. Het heeft die mensen verraden. Het recht op werkloosheidsvergoedingen werd afgebouwd. De ontslagregelingen zijn versoepeld. En als de mensen op straat kwamen, stuurde president Hollande de politie op hen af met traangas. Die reageerde met een geweld dat we niet meer hadden gezien in Frankrijk sinds 1968. En dat geweld – tegen vakbondsmilitanten! – kwam van een linkse regering. Zulke dingen hebben tot een revolte geleid. Als je in zo’n arbeiderswijk laat vallen dat je links bent, willen ze zelfs niet meer met je praten.’
De Orban in Macron
Uw ouders switchten van de communisten naar het Front National. Moet links de natie omarmen?
‘Nee. Onze problemen op sociaal of ecologisch vlak krijg je alleen maar opgelost door internationaal samen te werken. Daarom vind ik het een grote vergissing dat partijen zoals La France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon of Podemos in Spanje een patriottistisch discours ontwikkelen. Net nu extreemrechts een internationale van nationalisten aan het vormen is, verzaakt links aan zijn internationalistische traditie. Ik heb tijdens de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen op Mélenchon gestemd, maar met zijn praatjes over “la nation”, “la patrie” of “le peuple” ben ik het totaal oneens. Het zijn uitsluitende begrippen die snel misbruikt kunnen worden. Weten we bijvoorbeeld zeker dat migranten ook bij dat volk zullen horen?’
Hebt u in de tweede ronde op Emmanuel Macron gestemd?
‘Nee, ik heb me onthouden. Macron incarneert de absurditeit van de neoliberale samenleving. Hij gelooft nog altijd dat je het geld eerst aan de rijken moet geven om de armen dan te laten profiteren. Zelfs het IMF gelooft niet meer in dat trickle down-verhaaltje.’
Voelde u zich als democraat niet verplicht op Macron te stemmen toen Marine Le Pen de tegenkandidaat was?
‘Macron geeft humanistische speeches voor de Verenigde Naties, maar Frankrijk behandelt vluchtelingen niet beter dan Hongarije’
‘Nee. De media schreven: wie niet op Macron stemt, stemt op Le Pen. Pure chantage, want Le Pen kon nooit meer dan veertig procent halen. Veel van mijn vrienden zijn ervoor gezwicht. Maar ik kon het niet. Ik ben ervan overtuigd dat de politiek van Macron extreemrechts nog meer wind in de zeilen zal geven. Hebt u dat filmpje gezien waarin hij de uitkeringen aan de armen onder vuur neemt? Zijn argument: zelfs wanneer je hen geld geeft, blijven ze arm. Heeft dus geen zin. Alsof mensen die helemaal niets hebben, met een uitkering van 400 euro per maand plots rijk en succesvol gaan worden. Zelfs Margaret Thatcher ging niet zover. Het getuigt van een diep misprijzen tegenover de zwaksten. Beschamend.’
Vormt Macron in het Europa van de Viktor Orbans geen belangrijk tegengewicht?
‘Totaal niet. Hij geeft humanistische speeches voor de Verenigde Naties, maar Frankrijk behandelt vluchtelingen en migranten niet beter dan Hongarije. Als extreemrechts is doorgebroken in Italië, dan is dat ook omdat wij iedereen terugsturen naar dat land. Zelfs zwangere vrouwen en minderjarigen zetten we op totaal illegale wijze over de grens. In Europa doen we graag verontwaardigd over de politiek van Donald Trump, maar wat Frankrijk doet, is niet beter. Ngo’s die migranten helpen, wordt het werken op alle manieren onmogelijk gemaakt. Het feit dat die mensen meestal uit straatarme landen komen of net een oorlog ontvlucht zijn, verdwijnt compleet uit beeld. In deze migratiecrisis is Europa al zijn waarden overboord aan het kieperen.’
Ook een belangrijk deel van de linkerzijde is voor een streng migratiebeleid, onder meer om de ‘classes populaires’ waar u over schrijft te overtuigen.
‘Wie het programma van rechts en extreemrechts overneemt, zal finaal stemmen verliezen. Links moet aan de kant van álle onderdrukten staan. In mei ’68 werden slogans meegedragen als: “Travailleurs français et travailleurs immigrés, même patron et même combat”. Zeer mooi. Ook nu zijn er veel gedeelde belangen tussen de arbeiders die het moeilijk hebben en de nieuwkomers die het vaak nóg moeilijker hebben. Als links zijn idealen niet dertig jaar lang had bedrogen, was een verbond veel makkelijker geweest. En ik ben niet naïef, hoor. Ik weet ook wel dat het niet eenvoudig is om tienduizenden mensen op te vangen. Maar met prikkeldraad en kampen los je dat niet op.’
Conservatieve revolutie
Macron werd groot als raadgever van een socialistisch president. Wanneer heeft de PS haar waarden opgegeven volgens u?
‘Onze problemen op sociaal of ecologisch vlak krijg je alleen maar opgelost door internationaal samen te werken. Net nu verzaakt links aan zijn internationalistische traditie’
‘Volgens mij speelt de transformatie van het politiek personeel een grote rol. Vroeger rekruteerde de PS veel breder. Je vond er mensen die bij de vakbond of in het onderwijs actief waren geweest. Maar nu zit het er vol bourgeois die aan de Sciences Po hebben gestudeerd en vervolgens naar de Ecole Nationale d’Administration ENA trokken. Aan die opleidingsinstituten van de macht krijgen ze allemaal dezelfde ideologie ingelepeld.’
U hamert vaak op de achtergrond van politici. Kan een rijke dan niet links zijn?
‘Natuurlijk wel. Ik kan me voorstellen dat Jean-Paul Sartre ook veel geld verdiende. Het probleem is dat ons politiek personeel, van rechts én van links, precies hetzelfde referentiekader krijgt aangeboden. Linkse intellectuelen, zoals Sartre of Bourdieu, worden niet meer onderwezen, terwijl conservatieve denkers, zoals Raymond Aron, alomtegenwoordig zijn. Zo is links zijn intellectuele referenties kwijtgespeeld. In een boekje van meer dan tien jaar geleden – D’une révolution conservatrice – heb ik beschreven hoe sterk de rechterzijde, via het geld van de industrie en de bankwereld, geïnvesteerd heeft in die transformatie van links. Er werden colloquia georganiseerd om de oude rechtse dogma’s erdoor te duwen. Over sociaal determinisme mocht niet meer gesproken worden. Zo gingen de linkse waarden op de schop.’
‘Ik herinner me nog dat François Hollande in de jaren 80 kandidaat was in Tulle, een stadje in de Corrèze, een arbeidersregio. Pierre Bourdieu zei mij toen: “Als die man verkozen wordt, haalt het FN daar over tien jaar twintig procent”. En zo geschiedde. Hollande is een typisch ENA-product: hij sluit zich af van de werkelijkheid, hij praat alleen maar over “hervormingen”, hij kiest altijd de kant van de bestuurders. Bourdieu begreep goed hoe kwalijk dat soort politici zijn.’
Volgens Mark Lilla, een Amerikaans publicist, bedreef links de afgelopen jaren te vaak ‘identiteitspolitiek’. Wie te veel praat over de gelijkberechtiging van vrouwen, holebi’s of nieuwkomers, verliest tractie bij de witte arbeiders.
‘Ik weet dat Lilla zich tegenwoordig graag als een linkse denker presenteert. Maar eigenlijk is hij een reactionaire imbeciel. In de jaren 90 publiceerde hij een boekje met essays over Franse filosofie: New French thought. De grote vijanden waren Sartre, Bourdieu en Foucault. Alle publicisten behoorden tot de rechterzijde en wilden komaf maken met de erfenis van mei ’68. Op haast hysterische wijze wezen ze Bourdieu af, toen die in de jaren 80 al zei dat extreemrechts zou triomferen wanneer links de sociale kwestie uit het oog verloor. En de man die die mensen per se wilde introduceren in de VS, komt links nu lessen geven?’
Maar heeft hij een punt?
‘Nee, hij zit er totaal naast. Ik vind ook dat links te weinig bezig is geweest met de “classes populaires”. Daar gaat mijn hele boek over. Maar dat wil toch niet zeggen dat Black Lives Matter of de feministen ermee moeten ophouden? Je kan perfect bekommerd zijn om de witte arbeiders in gedeïndustrialiseerde gebieden en tegelijk andere vormen van achterstelling aanklagen. Links moet de plek zijn waar ál dat onrecht geformuleerd kan worden.’
Klassengeweld
U zei in het begin van dit gesprek dat uw eigen emancipatie gepaard ging met veel schaamte. Is die ondertussen weg?
‘Niet helemaal. Vorig jaar vroeg Thomas Ostermeier mij of hij een conversatie tussen mij en mijn moeder mocht filmen. “Ondenkbaar”, antwoordde ik meteen. De gedachte dat iedereen haar – en haar interieur, haar lichaam, haar manier van praten, haar manier van zijn – zou kunnen zien, was ondraaglijk. Uiteindelijk heb ik me erover gezet, maar achteraf vroeg ik me af waarom ik dat zo moeilijk was geweest. Ongetwijfeld had het te maken met een vorm van schaamte voor mijn moeder.’
Waar komt die schaamte vandaan?
‘Ik leef nu in een milieu waarin cultuur ongelooflijk belangrijk is. Terwijl ik opgroeide in een milieu waarin cultuur gewoon niet bestond. Die breuk tussen die twee werelden was voor mij zeer moeilijk. Ik kan me niet meer op mijn gemak voelen in die andere wereld. Dat is wat ik het “geweld van de sociale klassen” noem. Dat valt bijna niet te overstijgen. En het maakt mij ook zeer terughoudend tegenover mensen die geloven dat er in de kunstwereld echte subversie kan ontstaan. De kunstwereld is geen plek van revolutie. Het is een plek voor gecultiveerde mensen zoals ik. Een oord van sociale reproductie.’
Uw moeder kreeg nooit de kans om te studeren, terwijl …
‘… ze graag had willen lesgeven. Zo zijn er véél mensen in Frankrijk. Dramatisch, want alle studies wijzen erop dat er een bijna perfecte correlatie tussen het gemiddelde diplomaniveau in een regio en het aantal stemmen voor het FN. Hoe minder mensen gestudeerd hebben, hoe groter de kans dat ze voor extreemrechts kiezen. In het noorden van Frankrijk, waar de uitstroom zonder diploma geweldig groot is, scoort het FN vaak meer dan vijftig procent. Het bewijst dat de opgang van extreemrechts niet alleen door economische tegenslag te verklaren valt. Er zijn ook politiek-culturele redenen. Het zijn mensen die geen toegang hebben tot het publiek debat. Omdat ze niet hebben gestudeerd. Omdat ze genegeerd worden.’
Met uw broers hebt u nog altijd geen contact.
‘Vorig jaar is mijn moeder overleden. Tijdens haar laatste maanden heb ik mijn broers af en toe weer ontmoet. Maar het is niet makkelijk om na dertig jaar weer een relatie op te bouwen. Dat heeft niets met geld te maken. Een van mijn broers verdient meer dan ik. Het is een culturele breuk. Ik weet niet waarover ik met hen moet praten. Ik weet niet hoe ik met hen moet praten. Met mijn moeder was dat eenvoudiger. Maar toen zij vorig stierf, werd de laatste link doorgeknipt met het milieu waar ik uitkom. Toen dat gebeurde, dacht ik: de terugkeer naar Reims is definitief voorbij.’
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire