jeudi 20 septembre 2018

dS 20180919 Mooi, niet medogenloos : de Val (van de banken)

Postenpakker

Economieredacteur
Hoe mooi de reconstructie ook is, één ding komt te weinig aan bod: wie maakte fouten en wie was ­verantwoordelijk?

Mooi, niet meedogenloos

Stijlvol en vooral heel educatief. Voor wie de financiële crisis tien jaar geleden niet (bewust) heeft meegemaakt of nog ­altijd niet begrijpt hoe de ­financiële sector tien jaar geleden de hele westerse wereld in een diepe ­economische crisis stortte, is de docureeks van Michaël van Droogenbroeck op Canvas een echte aanrader.

De opvolger van Paul D’Hoore bij de VRT reconstrueert er aan de hand van tientallen getuigenissen de stroom van dramatische gebeurtenissen die wereldwijd de financiële dominostenen deden omvallen, tot de Belgische banken toe. En hoewel we nog maar de eerste twee van zes afleveringen konden bekijken, kunnen we nu al zeggen dat Van Droogenbroeck er moeiteloos in slaagt om de aandacht van de ­kijker vast te houden met een vlotte mix van gevatte quotes, heldere uitleg en dramatische archiefbeelden.

Meer nog, door niet alleen politici, journalisten en bankiers aan het woord te laten, maar ook de slachtoffers, slaagt hij erin de enorme gevolgen van de financiële crisis voor de volledige samenleving (en dus ook u en mij) tastbaarder en dus relevanter te maken. Zo toont Van Droogenbroeck in de eerste aflevering uitgebreid beelden van huisuitzettingen in de VS, waar honderdduizenden mensen hun huis onder fysieke dwang moesten verlaten omdat ze hun (subprime-)hypotheek niet konden afbetalen. Iets wat hier in Europa vaak niet meer dan een cijfer in de kranten was, wordt zo pijnlijk zichtbaar voor een breed publiek.

Maar op één punt bleef ik als kijker wel op mijn honger. Hoe mooi de reconstructie ook is, één ding komt te weinig aan bod. Wie maakte fouten en wie was verantwoordelijk? Geen enkele keer worden de geïnterviewde bankiers, politici of slachtoffers kritisch aangepakt. Zo mogen alle geïnterviewde topbankiers zonder tegenspraak claimen dat ze de crisis niet zagen ­aankomen. Maar klopt dit wel? Hun banken verkochten zelf CDO’s en maakten er honderden miljoenen winst mee, hoe kan je dan de gevaren van dit soort producten zo slecht inschatten? Was het hun taak niet om die risico’s beter in kaart te brengen? Werden ­interne alarmsignalen genegeerd?

Of wat te zeggen van de Amerikaanse vrouw die getuigt dat ze 90 procent van haar maandinkomen nodig had om haar subprime-hypotheek af te betalen. Ook hier was een kritische vraag op zijn plaats geweest. Net als bij de boze Fortis-aandeelhouders die dachten dat hun spaargeld veilig was. Dat is het nooit op de beurs. Maar dat belet niet dat u moet blijven kijken. En de schuldvraag? Die is voor de rechtbank.

http://www.standaard.be/cnt/dmf20180919_03766447

mardi 18 septembre 2018

dS 2018 Aug Een huis voor 100.000 Euro

De riante terrassen bieden extra leefruimte.
Duurzaam bouwen met stro en gerecupereerde materialen

Een huis voor 100.000 euro

Een nieuwbouw hoeft geen stukken van mensen te kosten, dat bewijzen Wouter en Kathleen uit Lokeren. Ze staken zelf de handen uit de mouwen. Zo brachten ze oude charme in hun gloednieuwe woning en reduceerden ze hun ecologische voetafdruk.
Paalwoning
Samen met hun twee dochters wonen Wouter en Kathleen in een strobalenwoning op palen van anderhalve meter hoog. Ze genieten van een grandioos uitzicht, zonder enige afbakening. Leefruimte, terras en maïsvelden vloeien vrijelijk in elkaar over. Hun terrein lijkt onbegrensd, hoewel de woonoppervlakte zeer bescheiden werd gehouden.
‘De binnenruimte is 96 vierkante meter groot, zegt Wouter. ‘Met die ruimte moesten we slim omspringen om er het maximum uit te halen. Onze plafonds zijn iets meer dan drie meter hoog, dat draagt bij tot het ruimtegevoel. Bovendien staat het huis op palen, zodat we boven de velden uitkijken. Alsof je compleet vrij bent ...’
Het paar was gewend aan compact wonen. Ooit woonden ze in een stacaravan, neergeplant achter het ouderlijke huis van Wouter. ‘Dat was niet zomaar kamperen, we hebben daar vier jaar gewoond’, vertelt hij. ‘Als gezin, onze oudste dochter was toen al geboren. Zij heeft nog fijne herinneringen aan haar kleutertijd in de tuin van oma en opa.’
‘Met stro bouw je een composteerbare woning’
‘Het leven verloopt nu eenmaal in fases: eerst huurden we een appartementje, dan kwam de stacaravan. Daarna wilden we een echt huis in de natuur. We hadden al een kijkje genomen in een stro­balenwoning in Tongeren en daar waren we direct zot van.’
‘We waren helemaal weg van het natuurlijke concept’, gaat Kathleen voort. ‘We zijn allebei natuurmensen. Maar we werden vooral overweldigd door het aangename binnenklimaat: dat blijkt heel typisch voor een strobalenwoning. Het lijkt wel alsof je een ander soort lucht inademt.’
‘We wisten dus heel goed wat we wilden’, zegt Wouter. ‘Maar we vroegen ons af of we het financieel zouden aankunnen.’
Hyperefficiënt
Grote schuiframen bieden een prachtig uitzicht over de velden.
Wouter en Kathleen waren vastberaden. Kort daarop contacteerden ze architect Eric Boddaert voor een budgetvriendelijk ontwerp. Hij is een van de pioniers van ecologisch bouwen in Vlaanderen. Hij kwam op bezoek in de stacaravan van het jonge gezin.
‘Ik stond ervan versteld hoe ze het klaarspeelden om met z’n drietjes op zo’n beperkte oppervlakte te wonen’, vertelt Eric. ‘Ze hadden geleerd om elke kubieke decimeter hyperefficiënt te gebruiken. Daarom heb ik in een eerste fase mijn oor bij hen te luisteren gelegd. Ze hadden bijvoorbeeld originele ideeën om te koken met weinig materiaal en op een beperkte plaats. Ook voor alle andere woonfuncties hadden ze leuke oplossingen bedacht.’
‘Ik zag het als een nobele missie om hun losse, maar creatieve ­ideeën te integreren in een plan. Bovendien moesten we ons beperken tot honderd vierkante meter. Een uitdaging.’
Fusion
Een typische nieuwbouwstijl vonden de bewoners te steriel. In hun inrichting combineerden ze oud en nieuw materiaal.
‘Ik hoop van harte dat dit project ook andere starters en jonge gezinnen kan inspireren’, zegt de architect. ‘Je hoort wel vaker dat een open bebouwing alleen nog voor de happy few is weggelegd. Reken maar mee: 200.000 euro voor een bouwgrond en dan nog 300.000 euro voor een goedkope sleutel-op-de-deur­woning. Aan het eind van de rit heb je dan een vrij banaal stulpje en toch heb je daar 500.000 euro voor neergeteld. Zo’n bedrag doet jonge mensen duizelen: dat krijgen ze niet zomaar losgepeuterd bij de bank. Misschien lukt het voor koppels die extreem goed verdienen? En anders heb je een vet spaarvarken nodig. Of een suikertante.’
Bij Wouter en Kathleen liep het wel even anders. De bouwgrond was een grote hap uit hun budget. Ze zijn wel op een prachtig perceel beland: de laatste kavel aan het eind van een doodlopende straat.
‘Strobalenbouw maakt het kostenplaatje ook haalbaar. Als je zelf de handen uit de mouwen steekt, dan wordt het zelfs zéér haalbaar’, zegt Eric Boddaert. ‘Zo kan je de arbeidskosten tot een minimum beperken en betaal je eigenlijk alleen het materiaal.’
Een hoogslaper biedt extra ruimte om te spelen.
‘Maar de materialen hoeven niet nieuw te zijn’, zegt Kathleen. ‘We wisten meteen dat we voor ­fusion zouden gaan: oude en nieuwe elementen samenbrengen. Zo hebben we hier een pompbak met een verhaal, oude deuren ... Zo stop je meteen ook authenticiteit in een nieuwbouw. Want echt nieuwe huizen zien er naar onze smaak veel te steriel uit. Een beetje zielloos. Dat wilden we hier vermijden.’
‘Eén deur komt uit ons vroeger stamcafé. Dat was café Den Overkant in Lokeren’, vertelt Wouter. ‘De zaak is gesloten ondertussen, maar leeft hier voort. Er zijn nog een aantal open deurgaten. Maar dat is geen probleem. We verwachten nog deuren van afbraakwerken bij familie.’
Ecologische voetafdruk
‘De grote meerwaarde van strobalenbouw zit in het verkleinen van je ecologische voetafdruk’, benadrukt Eric. ‘Je bouwt een composteerbare woning. Als je ze over zeventig jaar zou afbreken, kan de natuur verder groeien en evolueren met de elementen die in je huis zaten. En dan hebben we het nog niet eens over de stookkosten gehad. Of liever: over het inperken van de stookkosten.’
Een van de oude deuren komt uit hun stamcafé.
‘We maken hier voornamelijk gebruik van een natuurlijke manier van verwarmen: de zon’, zegt Wouter. ‘De oriëntatie van ons perceel is daarvoor ideaal. Aan de zuidkant hebben we grote raampartijen, gecombineerd met een extra brede overkapping van het dak. Zo hadden we meteen een groot overdekt terras, zonder extra investering, maar het houdt ook de zon buiten in de zomer. In de winter valt de lage zon wel binnen. Zalig is dat. Op een zonnige winterdag is het hier 23 graden zonder te verwarmen.’
Buiten leven
Voor dit gezin valt het best mee om op 100 vierkante meter te wonen. De grote terrassen bieden nog extra leefruimte. Het terras van 50 vierkante meter aan de zuidkant kan je gerust riant noemen. Dat voelt ook allemaal als leefruimte.
‘Een mooie buitenruimte creëren hoort bij compact bouwen’, zegt de architect. Zo werk je ook kostenefficiënt: de plaatsen die je moet onderhouden en verwarmen, houd je best zo klein mogelijk. Dat kan je dan uitbreiden met een overdekt terras, om de bewoonbare oppervlakte te verdubbelen, of toch bijna... dat geeft extra levenskwaliteit.’

’Bij mooi weer laten we de schuiframen openstaan en hebben we één grote living, binnen én buiten’, vertelt Wouter. ‘Buiten leven is een must voor ons, dat was ook het belangrijkste punt in onze briefing voor Eric. Het hoort allemaal bij de levensstijl die we ons hebben eigen gemaakt in de sta­caravan.’
’Dat gevoel van vrijheid willen we graag in ere houden’, beaamt Kathleen. ‘Ook nu we in een echt huis wonen.’

Technische fiche

Oppervlakte perceel: 10 are
Bewoonbare oppervlakte: 96 vierkante meter binnen­oppervlakte + 63 vierkante meter overdekte terrassen
Bouwmateriaal: houtskelet, strobalen, leem
Afwerking badkamer: ­tadelakt
Dak: 42 cm cellulose-isolatie
Ventilatie: Verluchtings­systeem C+
Kostprijs: 100.000 euro, btw inbegrepen
Architect: Eric Boddaert
www.ericboddaert.be

http://www.standaard.be/cnt/dmf20180830_03692043

dS 201808 ? Fernand Keuleneer "rechts" staat niet gelijk met conservatief

Verwar conservatief niet met ‘rechts’

Een conservatieve partij heeft in Vlaanderen volgens Fernand Keuleneer wellicht vandaag geen plaats, maar misschien wel in de toekomst.

Wie? Advocaat
Wat? Kiezers die hechten aan thema’s als euthanasie, abortus, genderfluïditeit, draagmoederschap en afstammingsrecht, worden niet meer bediend door de ­politiek.
‘Met ethiek scoor je niet bij de kiezer’, las ik in deze krant (DS 29 augustus). In Vlaanderen zou er geen plaats zijn voor een ‘ethisch-conservatieve’ partij. Of dat inderdaad zo is, hangt af van wat ermee bedoeld wordt.
Het is nogal wiedes, lijkt me, dat een partij die zich alleen richt op wat men vandaag ‘ethisch-conservatieve thema’s’ noemt, electoraal geen succes zou behalen. Dat zou begrijpelijk en terecht zijn, want een politieke partij wordt geacht een algemeen programma te hebben.
Maar heeft u zich nog nooit afgevraagd wat dat nu precies betekent, ‘ethisch-conservatief’? Zijn thema’s en dossiers als euthanasie, abortus, genderfluïditeit, draagmoederschap en afstammingsrecht dan uitsluitend of vooral ‘ethische’ thema’s? Ik dacht het niet. Ik denk dat het bij uitstek politieke thema’s zijn, thema’s die direct verbonden zijn met een visie op de ordening van staat en samenleving.
Conservatisme wordt al te vaak herleid tot ethiek. Conservatisme gaat in de allereerste plaats over politiek en over cultuur. Politiek, zoals elk ander deelsysteem in de samen­leving, kan en moet tegen het licht van de ethiek worden gehouden. Ethiek geeft de staat zijn ultieme legitimiteit. Zonder ethiek is de staat een roversbende. Maar politiek, zoals ook het recht, heeft zijn eigen dynamiek, wetmatigheden en voorwerp, die niet tot ethiek te herleiden zijn.
De vraag hoort dus niet te luiden of er plaats is voor een ‘ethisch-conservatieve’ partij, maar voor een ‘politiek-conservatieve’ partij. Zo’n partij moet een omvattende visie hebben over first principles in de politiek, de rol van de staat in de verschillende maatschappelijke deelgebieden en de buitenlandpolitiek van het land. Gelet op de veelheid van opvattingen over conservatisme zou dat geen eenvoudige klus worden. En dan hebben we het er nog niet over dat het electoraal veld op dit ogenblik bezet lijkt.
Gratuit tegen links
Maar dat kan allemaal heel snel veranderen, zoals de gebeurtenissen in de voorbije jaren ons leren. En de vraag zal dan zijn of de bestaande partijen electorale mogelijkheden voor een conservatieve partij ge­creëerd hebben.
De partij die het meest in aanmerking komt om conservatieven te herbergen, is niet de N-VA, maar CD&V
Verwar conservatief niet met ‘rechts’, wat tegenwoordig gelijkstaat aan het zich gratuit afzetten tegen ‘links’ (kwestie van meer buik dan hoofd). Een snel veranderende maatschappelijke context zal zonder enige twijfel tot nieuwe allianties leiden. De Duitse beweging Aufstehen, gesticht door Sarah Wagenknecht, is weliswaar niet conservatief, maar vertoont toch duidelijke raakvlakken met conservatieve stromingen, met name in haar kritiek op het financiële globalisme en op de funeste politiek van westerse inmenging en militaire avonturen in andere delen van de wereld.
De partij die vanuit haar geschiedenis en haar (voormalige?) beginselen theoretisch het meest in aanmerking komt om conservatieven te herbergen, is niet de in toenemende ­mate antireligieuze en een liberaal-seculiere sharia aanhangende N-VA, maar wel CD&V.
In het verleden stond die partij voor een maatschappelijke ordening gebaseerd op de antropologische visie van het christendom: de vrijheid van vereniging en zelforganisatie, de bescherming van instellingen zoals huwelijk en gezin in het perspectief van de bescherming van het kind en de continuïteit tussen generaties, de onaantastbaarheid van het menselijk leven.
Helaas is daarvan niet zoveel overgebleven. Vandaag staat CD&V voor de erkenning van abortus als indivi­dueel, supranationaal gewaarborgd grondrecht (veeleer dan alleen een gedecriminaliseerd handelen), de afschaffing van de vrijheid van zorg­instellingen om zich op hun levensbeschouwelijke identiteit te beroepen in kerndomeinen zoals abortus of euthanasie, voor een herdefi­niëring van de geneeskunde in dat licht, voor het recht op een kind, voor een radicale omwenteling in het afstammingsrecht door de invoering van draagmoederschap en ‘wens­afstamming’. Allemaal om ‘ethische redenen’ natuurlijk.
Modetrends
De partij sluit aan bij alle modetrends en situeert zich in toenemende mate in het liberaal-seculiere discours over individuele rechten, zij het met een ander sausje eroverheen. Kortom, politiek à la carte en à la tête du client, zonder ordenende beginselen. De opperste norm is ‘het recht om zichzelf te zijn’ geworden, het recht op ‘zelfexpressie’. Daar is, binnen het kader van de wet, niets mis mee binnen de private sfeer, maar voor de ordening van de publieke sfeer is zo’n criterium waardeloos en onbruikbaar.
De teloorgang van het onderscheid publieke/private sfeer is tekenend voor de regressie van het politieke denken, waartegen het conservatisme zich scherp afzet. Wat bij uitstek publiek is, wordt privaat, en wat privaat is, wordt publiek. Het statuut van het menselijk leven in een rechtssysteem is bij uitstek een publiek goed, maar wordt geprivatiseerd. De vrijheid van zelfexpressie, een privaat goed, wordt daarentegen een publiek grondrecht waaraan een gans rechtssysteem zich hoort aan te passen.
Dat is allemaal erg jammer, want daardoor snijdt CD&V zichzelf in toenemende mate af van een conservatief electoraat dat de hierboven aangehaalde thema’s verbindt met economische en culturele weerstand tegen de postdemocratie van zelfverklaarde experts en anonieme beslissers, tegen globalisme in plaats van internationalisme, tegen financia­lisering en technocratie, dat alles in een gezond, niet-fundamentalistisch ecologisch perspectief. Het is met die thema’s dat een conservatieve politieke groepering zich moet inlaten. Ze moet ze bestuderen, haar inzichten politiseren en remedies ontwerpen. Dat is heel wat anders dan het voel-je-goed tralalie-tralala van de moderne nieuw-Vlaamse christen­democraat.
CD&V zou zich het best de vroegere succesformule van de CDU herinneren. Die partij herbergde sinds haar oprichting drie officieel erkende vleugels: de liberale, de sociale en de conservatieve. Binnen de CDU hadden ze eigen en autonome structuren. Als ze zich wil handhaven, zal ze die vleugels moeten doen herleven. Dat betekent iets heel anders dan dom rechts achternahollen. Ook bij ons is enige reflectie daarover, gevolgd door conclusies, meer dan wenselijk.

http://www.standaard.be/cnt/dmf20180831_03695422